Dat concludeert adviesbureau Berenschot op grond van documentonderzoek over de KiPZ en interviews met betrokkenen. Ook zelfstandige klinieken mogen een subsidie aanvragen bij het ministerie van VWS. De KIPZ wordt vooral uitgegeven aan opleidingen voor kwaliteit, veiligheid, bekwaamheid, professionalisering en toekomstige vaardigheden.
Helder twijfelt
Berenschot vraagt zich tegenover opdrachtgever en minister Conny Helder van Langdurige Zorg af of de KiPZ in de huidige vorm moet doorgaan. Ook Helder twijfelt. Ze schrijft in een brief aan de Tweede Kamer de regeling, die eind dit jaar afloopt, met slechts één jaar te verlengen. Bovendien komt ze dit jaar met aanpassingen voor subsidiejaar 2023 “met betrekking tot onder andere de verantwoording”. Ze gaat overleggen met de veldpartijen hoe opleidingen het beste in de toekomst verankerd kunnen worden.
Arbeidsintensief
De ziekenhuizen en klinieken vinden vooral de verplichting om hun subsidieaanvraag te onderbouwen te arbeidsintensief. Ze moeten bijvoorbeeld een strategisch opleidingsplan indienen. In de tussentijd waren er vele veranderingen in het verantwoordingsregime en accountantsprotocol, die volgens de onderzoekers “tot verwarring en frustratie hebben geleid”.
De onzekerheid met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitgaven zou kunnen worden verholpen door terug te keren naar de controleverklaring, stelt Berenschot. Wel beseft het adviesbureau dat dit opnieuw “tot verwarring en administratieve last bij de instellingen kan leiden”. Formulieren voor de aanvragen en verantwoordingen zouden duidelijk moeten zijn en tijdig moeten worden gepubliceerd.
Subsidie ‘essentieel’
Instellingen zeggen dat de subsidie “essentieel” is voor het opleiden van personeel en dat de scholing niet (volledig) zelf te betalen is. Wel ziet Berenschot dat de subsidie wordt uitgegeven aan traditionele cursussen: “Voor onderhoud, terwijl het een kwaliteitsimpuls zou moeten bewerkstelligen. Om meer grip te krijgen op de doeltreffendheid, moet de doelstelling van de KiPZ duidelijker geformuleerd worden.”
Berenschot: “We bevelen daarom aan om te verkennen of er andere manieren zijn om op een doelmatige en doeltreffende manier het strategisch opleiden binnen ziekenhuizen en klinieken blijvend te verankeren. Gekeken kan worden of dit een efficiëntere besteding van de gelden ten goede komt.”