Ziekenhuis Bernhoven in Uden heeft de afgelopen maanden een inleg van in totaal ruim drie miljoen euro opgehaald voor de obligatielening. Het ziekenhuis spreekt van “een prachtig resultaat waarmee Bernhoven bankleningen aflost zodat de rentelast direct verlaagt”.
De obligatielening kende verschillende componenten. Zo konden medewerkers obligaties aankopen. Ook dit jaar ontvingen ze een gratificatie in de vorm van een obligatielening. In totaal is er nu over 2018 en 2019 voor 806.600 euro geïnvesteerd door medewerkers in obligaties.
Hartverwarmend
Daarnaast konden inwoners uit de regio zich tot 15 oktober inschrijven om financieel te participeren in Bernhoven. De obligatielening kende een limiet van 2 miljoen euro en deze is nagenoeg vol gekomen. “Hartverwarmend dat er zo’n grote betrokkenheid is vanuit de regio”, reageert Geert van den Enden, algemeen directeur van Bernhoven. “Een blijk van waardering voor Bernhoven als gezondheidszorgorganisatie voor de regio en een goed rendement voor de kleine belegger, een win- win; zo versterken we elkaar!”
Grote beleggers legden nog eens zes ton in. De obligatielening voor de grote beleggers loopt nog door tot het voorjaar 2020. Voor geïnteresseerde grote beleggers wordt er begin december een bijeenkomst georganiseerd. In 2015 legden medisch specialisten al 4,5 miljoen euro in.
Winstuitkering
Gedurende de afgelopen maanden is duidelijk geworden dat de belangstelling voor een ‘reguliere’ obligatielening groter is dan voor een converteerbare obligatielening. Deze laatste optie, die uitgaat van het omzetten van obligaties in aandelen, is vooralsnog door de politieke besluitvorming ingehaald. Medio oktober besloot de minister van VWS om het wetsvoorstel voor winstuitkering in de zorg voorlopig in te trekken. In een reactie op de politieke onzekerheid besloot de directie van Bernhoven eerder al om de conversieplicht van de obligaties om te zetten naar een recht. Dit betekent dat eigenaren van een of meerdere Bernhovenobligatie(s) kunnen kiezen om hun ingelegde bedrag aan het einde van de looptijd retour te krijgen, of eventueel toch te converteren naar aandelen, mits de regelgeving rondom de winstuitkering wijzigt.