Beroepsregisters in de zorg zetten hun onafhankelijkheid op het spel. Ze laten hun oren teveel hangen naar de wensen van verzekeraars en overheid. Deze eisen zaken voor het administratieve gemak die de kwaliteit niet ten goede komt. De registers dreigen daardoor administratieve clubs te worden in plaats van hoeders van de kwaliteitseisen van hun beroepsgroep. Dit stelt Jolet Woordes, keurmerkspecialist bij Wissenraet Van Spaendonck.
Bemoeienis zorgverzekeraars
Beroepsorganisaties moeten niet te snel aan de (inkoop)eisen van een zorgverzekeraar tegemoet willen komen, zonder een grondige afweging van de gevolgen. Er zijn zelfs registers die onder druk van de inkoper denken over samengaan. Dat levert volgens Woordes geen borging van kwaliteit en professionaliteit. De kwaliteitseisen van beroepen als haptotherapeuten, mensendiecktherapeuten en craniosacraaltherapeuten kunnen niet zo maar op één hoop worden gegooid: “Het is onzinnig om die registers samen te voegen. En het gevaar bestaat dat anderen dan de beroepsbeoefenaren gaan bepalen wat de eisen voor opname in het register zijn. Want de eisen aan bijvoorbeeld een diabetesverpleegkundige zijn heel anders dan die aan een haptotherapeut of een optometrist. Met een gedwongen samenwerking op vakinhoudelijk gebied worden patiënten niet beter of sneller geholpen”, aldus Woordes. “Vakinhoudelijke zaken horen door de beroepsgroep te worden beheerd. De beroepsvereniging bepaalt wat de competenties van het beroep zijn, welke scholing nodig is, wat de eisen aan nascholing zijn.”
Regie in eigen hand
Volgens Woordes moeten beroepsorganisaties de regie zelf in handen houden. Dit betekent dat ze zelf heldere doelstellingen voor hun kwaliteitsregister definiëren waardoor ze in staat zijn om een verzoek voor wijziging van buitenaf eerst te toetsen. Het register moet zelf bepalen of de wijziging helpt bij het bereiken van kwaliteit of een ander doel dient. Daarbij dient ook de maatschappelijke verankering in het oog te worden gehouden.
Samenwerking
Er is niets op tegen als inkopers met beroepsverenigingen of koepels van beroepsverenigingen afspraken maken over administratieve zaken om daarmee het proces efficiënter te maken, zegt Woordes. Maar dan gaat het over samenwerking op praktische en administratie zaken en niet op vakinhoudelijke zaken.
Woordes: “Registers kunnen veel voordeel behalen met een scherpe doelstelling. Het komt de kwaliteit van de beroepen ten goede. Een professioneel en onafhankelijk beroepsregister is beter voor het imago van de branche en geeft de patiënt meer inzicht en vertrouwen in de kwaliteit van de professional.”