De beschikbaarheid van mantelzorg neemt de komende jaren af, met name in sterk vergrijzende regio’s zoals Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Waar nu nog 15 potentiële mantelzorgers voor elke 85-plusser klaarstaan, loopt dit in 2040 terug naar 6.
Dit blijkt uit een onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) over de toekomst van de mantelzorg.
Bij het berekenen van het potentieel aan mantelzorgers maakten de onderzoekers gebruik van de maatstaf Oldest Old Support Ratio (OOSR): het aantal mensen in de leeftijdsklasse 50 tot 75 gedeeld door het aantal mensen van 85 jaar en ouder. In Nederland zijn de meeste mantelzorgers tussen de 50 en 75 jaar oud en zijn ouderen die mantelzorg behoeven veelal 85 jaar of ouder.
In 1975 stond de zorgratio voor Nederland nog op 30, waarna een sterke daling inzette, tot 15 in 2015. In de toekomst gaat de daling verder en zal in 2040 naar verwachting op 6 uitkomen. Dit betekent dat het aantal potentiële zorgverleners voor elke hoogbejaarde de afgelopen 30 jaren halveerde en de komende decennia nog sterker zal dalen.
Vergrijzing
De onderzoekers constateren grote regionale verschillen in het aantal mensen dat potentieel in staat is informele zorg te bieden. In regio’s als Groot-Amsterdam zijn in 2040 naar verwachting acht potentiële mantelzorgers beschikbaar voor elke 85-plusser. In sterk vergrijzende regio’s als Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen komt de indicator onder het landelijke gemiddelde uit, met vijf potentiële mantelzorgers in 2040.
Momenteel is het potentieel voor mantelzorg al laag in gemeenten zoals Laren, Wassenaar, Bloemendaal en De Bilt, waar relatief veel 85-plussers wonen. In 2040 ligt het vooral laag in diverse krimpgemeenten aan de rand van Nederland.