Bestuurders van zorgorganisaties die in verband worden gebracht met fraude blijken vaak zelf ook in aanraking te zijn geweest met justitie. Dat blijkt uit een onderzoek van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). Vooral bij bestuurders die zich richten op begeleid en beschermd wonen lijkt hier sprake van.
In het IKZ werken opsporingsdiensten samen met inspecties, gemeenten, de Nederlandse Zorgautoriteit en Zorgverzekeraars Nederland om zorgfraude effectiever aan te pakken. Behalve naar individuele zaken, signaleert het samenwerkingsverband ook trends en ontwikkelingen.
Voor het onderzoek naar strafrechtelijke antecedenten bij vermoedens van zorgfraude bekeek het IKZ 41 gevallen van zorgfraude. In totaal zijn 53 bestuurders in deze 41 zaken onderzocht. Van hen bleken 30 (57 procent) een juridisch dossier te hebben. Daarvan zijn 24 personen veroordeeld, één zaak loopt nog, vier bestuurders zijn niet veroordeeld. Het gaat geregeld om meerdere veroordelingen per bestuurslid, en om uiteenlopende delicten, waaronder fraude, diefstal en geweldsdelicten.
Vervolgonderzoek
Het IKZ stelt naar aanleiding van dit onderzoek voor om een vervolgonderzoek te doen met een grotere, zo mogelijk meer representatieve onderzoekgroep. Daarnaast wordt geadviseerd om onderzoek te doen naar de verschuiving van criminele activiteiten richting de zorg.
Het IKZ ontvangt ook signalen van cliënten die bedreigd en geïntimideerd worden. “Ook dit verdient nader onderzoek”, schrijft het samenwerkingsverband. “Met de informatie uit vervolgonderzoek kunnen risico-indicatoren worden ontwikkeld, daarnaast kunnen de uitkomsten worden gebruikt als input voor de screening van zorgaanbieders door gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren.”