Veel digitale innovaties passen goed bij het optimistische mensbeeld van de betrokken, vaardige, participerende burger, aldus de artsen, onder wie psychiater Joanneke van der Nagel, longarts Paul van der Valk en hoogleraar interne geneeskunde Sophia de Rooij. De verwachtingen van de digitalisering van zorg zijn hooggespannen met lonkende vooruitzichten op gezondheidswinst tegen lagere kosten, maar helaas profiteert niet iedereen van zorginnovaties.
Miljoenen Nederlanders hebben beperkte digitale vaardigheden, zijn laaggeletterd of hebben moeite met begrijpend lezen, of hebben geen smartphone of onbeperkte toegang tot internet, aldus de bezorgde artsen. “Zij worstelen met het gebruik van digitaal bankieren, met de online aanvraag van huursubsidie en ook met het gebruik van gezondheidsapps en e-consultaties. Daarnaast zijn digitale innovaties uit curatieve en chronische zorg niet altijd een-op-een vertaalbaar naar bijvoorbeeld palliatieve zorg, gehandicaptenzorg, revalidatie- of verpleeghuiszorg.”
Dat is jammer, want digitalisering biedt juist ook kansen voor deze groepen met een gezondheidsachterstand. “Er is in onderzoek en zorg een inhaalslag te maken. Inclusief werken vraagt om een gerichte inspanning om de digitale kloof te verkleinen. Elke universiteit zou een onderzoekslijn moeten hebben waarin de nu nog versnipperde kennis en ervaring in inclusief werken en het terugdringen van gezondheidsachterstanden wordt gebundeld en uitgebreid. Zo’n lijn kan alleen succesvol zijn als intensief wordt samengewerkt met de groepen waar het om gaat, om innovaties beter bij hen aan te laten sluiten.”