Als gevolg van bezuinigingsmaatregelen zijn de laatste jaren minder plekken beschikbaar gekomen voor de opleiding tot medisch specialist, terwijl universiteiten nog steeds evenveel basisartsen afleveren. Hierdoor ontstaat een stuwmeer aan basisartsen.
Dit schrijft de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) in een rapport dat minister Edith Schippers (VWS) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Artsen- en brancheorganisaties sloten in 2013 een akkoord met het ministerie over bezuinigingen op de specialistenopleidingen. Als gevolg hiervan hebben algemene ziekenhuizen de afgelopen jaren minder geld ontvangen voor het opleiden van specialisten in opleiding (aios). Daarnaast is het aantal opleidingsplaatsen voor medisch specialisten gereduceerd en de medisch specialistische vervolgopleiding op individuele basis ingekort.
Opleiding
Aangezien het aantal opleidingsplaatsen sterk gereduceerd is, terwijl de basisopleidingen nog steeds dezelfde aantallen basisartsen afleveren, ontstaat volgens de NFU een overschot aan basisartsen. Zij komen terecht in andere banen, zoals in het onderwijs, de media en beleidsfuncties, schrijft de NFU. Het is niet bekend om welke aantallen het precies gaat en welke functies deze mensen bekleden.
De koepel pleit voor meer inzicht in de vervolgstappen die basisartsen nemen in hun carrière. “De maatschappij investeert in de opleiding van (basis)artsen en vervolgopleidingen. Niet alleen de maatschappij, maar ook studenten geneeskunde zelf investeren in hun studie (met tegenwoordig vaak een forse lening). Het is alleen al daarom belangrijk om te weten wat al deze mensen gaan doen als zij eenmaal het artsexamen behaald hebben.”
Witte jas
Ook zou tijdens de bacheloropleiding meer nadruk gelegd moeten worden op de andere mogelijkheden voor basisartsen na hun opleiding, naast de opleiding tot medisch specialist. “Het beeld dat studenten al in de bacheloropleiding krijgen van de medisch professional is dat van de ziekenhuisspecialist in witte jas. Dit terwijl de meerderheid uiteindelijk in de eerste lijn, in de sociale geneeskunde of in andere sectoren terecht komt.”
Dit beeld leidt volgens NFU niet alleen tot persoonlijke teleurstellingen, maar ook tot verkeerde keuzes in de loop van de studie en daarna. “Vermoedelijk hebben vele honderden studenten het ideaalbeeld om bijvoorbeeld kinderarts of traumachirurg te worden, terwijl jaarlijks slechts een zeer beperkt aantal opleidingsplaatsen in deze vakken beschikbaar komt. Wanneer deze studenten veel eerder in de opleiding andere opties leren kennen, kunnen zij al meer (praktijk)ervaring opdoen in andere richtingen.”
Vacatures
NFU-voorzitter Ernst Kuipers zegt in Trouw dat ziekenhuizen zich nog geen zorgen maken over de afname van het aantal opleidingsplekken. “Er zijn nog onvervulde vacatures, ziekenhuizen zoeken nu mensen om opleidingsplekken te vullen. Dat dit niet altijd lukt, heeft deels te maken met geografie, veel mensen willen in de Randstad werken. Ik zeg dan altijd: de afstanden in Nederland zijn een lachertje. Ga daarheen waar de gelegenheid is.” Ook is de werkloosheid onder basisartsen momenteel laag. In 2016 hadden 431 van de 24.482 basisartsen geen werk, aldus Trouw.