Staatssecretaris Blokhuis van VWS is “bezorgd” over de wachttijden bij GGNet.
Volgens Blokhuis is er geen sprake van een noodsituatie, maar “ik deel wel de zorgen over de wachttijden”, zo laat hij weten in een brief als antwoord op Kamervragen naar aanleiding van berichten in De Gelderlander. Hij erkent dat er sprake is van “verschillende belangrijke uitdagingen op het gebied van de ggz”.
Volle aandacht
Blokhuis schrijft dat de situatie bij GGNet zijn volle aandacht heeft en verwijst daarbij onder meer naar de IGJ. In De Gelderlander uitten onlangs medewerkers de noodklok over de onvoldoende opvang voor mensen in acute psychische nood. Ze stelden dat er een gebrek is aan opvangbedden bij GGNet.
Onvoldoende opvang
Na de berichten heeft de instelling bij de NZa bevestigt dat er onvoldoende opvang is, maar geen tekort aan acute ‘behandelbedden’. Wel wijst Blokhuis er op dat veel ggz-instellingen met een soortgelijk probleem zitten. Hij “hecht er aan” dat er geen wachttijd is voor acute gevallen en verwijst naar de laatste meting in mei – waarbij op één na – alle instellingen die Treeknorm met betrekking tot dementie en overige cognitieve stoornissen overschreden.
Zeer onwenselijk
Blokhuis: “Dit is een situatie, die alle partijen die bij de ggz betrokken zijn, zeer onwenselijk vinden. Het zorgt voor extra onduidelijkheid en onzekerheid bij patiënten en als een patiënt te lang op behandeling moet wachten, kan daardoor de situatie verergeren. In het hoofdlijnenakkoord ggz is daarom afgesproken dat partijen zich tot het uiterste inspannen om de (aanmeld)wachttijden te verkorten. Hiervoor lopen momenteel verschillende acties.” Voor de meeste hoofddiagnosegroepen vallen de wachttijden wèl binnen de Treeknorm.