Het instrumentarium van de Wet Verplichte GGZ (WVGGZ) is toereikend genoeg in de zorg voor mensen met ernstige psychische problemen. Dat stelt staatssecretaris Blokhuis tijdens het Algemeen Overleg GGZ van 24 april. De door verschillende partijen voorgestelde ‘observatiemaatregel’ voegt volgens hem niets toe.
Het CDA kwam op 24 april met het voorstel om verwarde mensen maximaal drie dagen verplicht te kunnen observeren in een ggz-instelling. In de vorige kabinetsperiode was er veel kritiek op deze zogenoemde observatiemaatregel, die toen nog onderdeel uitmaakte van het wetsvoorstel WVGGZ. Deze werd toen uit het wetsvoorstel gehaald. Zowel PvdA, VVD als SGP steunen het recente voorstel van het CDA om de maatregel toch weer toe te voegen.
Schending mensenrechten
De observatiemaatregel maakt een verplichte opname mogelijk van een persoon die mogelijk een gevaar vormt voor zichzelf of anderen. Voor de duur van drie dagen wordt de persoon geobserveerd door ggz-professionals. Zij stellen dan vast of verdere behandeling nodig is en zo ja, welke.
Minister Schippers wilde deze maatregel in 2016 toevoegen aan de WVGGZ. De maatregel werd toen door alle partijen behalve de VVD afgewezen. Ook vanuit de GGZ werd de maatregel sterk afgekeurd. Behalve een inbreuk op de privacy, zou de maatregel VN-verdrag voor de rechten van de mens schenden en leiden tot willekeur.
Geen meerwaarde
Staatssecretaris Blokhuis ziet evenals de partijen uit het veld nog steeds geen meerwaarde in de observatiemaatregel. ‘Je gaat mensen insluiten zonder dat je een reëel perspectief biedt. Dat doe je naast het bestaande instrumentarium van de WVGGZ. We hebben al de crisismaatregel die door de burgemeester kan worden afgeroepen. En de zorgmachtiging die een veel structurelere inbedding van zorg kan bieden’.
Een aanpassing nu zou volgens Blokhuis ook de implementatie van de WVGGZ in gevaar brengen per 1 januari 2020. ‘De maatregel zou wederom leiden tot veel discussie. Geef de WVGGZ eerst een kans van slagen’, aldus Blokhuis tijdens het AO.