Kinderen uit probleemgezinnen in Midden- en West-Brabant moeten te lang wachten op hulp. De regio kampt met lange wachtlijsten voor jeugdhulp en de hulpverleningsinstanties werken niet goed samen. Dit concludeert adviesbureau Van Montfoort, waarover BN De Stem bericht.
Van Montfoort deed in opdracht van de gemeenten Breda, Bergen op Zoom en Tilburg onderzoek naar de effectiviteit van de jeugdhulp in 27 gemeenten in de regio. De gemeenten hadden aan de bel getrokken na signalen uit de praktijk dat de keten bij kindermishandeling of vermoedens daarvan te langzaam werkt.
Uit het onderzoek blijkt dat vanaf het moment van een melding van een ernstig probleem in een gezin het gemiddeld ruim acht maanden duurt totdat duidelijk is wat er met het kind moet gebeuren. De maximale tijd die de organisaties er wettelijk over mogen doen ligt op vijf maanden. Het gaat dan om gezinnen met ernstige opvoed- en opgroeiproblemen, waarover alleen nog vermoedens zijn. Bij een acute situatie wordt wel direct ingegrepen.
Samenwerking
Bij de hulpverlening aan gezinnen met ernstige opvoed- en opgroeiproblemen in de Brabantse gemeenten zijn veel partijen betrokken: Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming, wijkteams, Jeugdbescherming Brabant, William Schrikker Groep en de reclassering. De samenwerking tussen al die partijen laat te wensen over, constateert Van Montfoort. Cliënten moeten vaak meerdere keren hun verhaal vertellen en het ontbreekt aan eenduidigheid in de methodes waarmee de instanties problemen taxeren en analyseren.
Gemeenten en hulpverleningsinstanties beloven meer en beter te gaan samenwerken. Hiertoe zijn al stappen gezet met de oprichting van speciale Veiligheidsteams en het project Family Justice Center in Tilburg, dat huiselijk geweld moet terugdringen, aldus BN De Stem.