th t ablaufdiagramm I
De traditionele brancheverenigingen in de zorg zitten in een transitieproces. Van pure sectorale belangenbehartigers met een sterk bestuurlijke focus zijn ze vrijwel allemaal op zoek naar een meer inhoudelijke lijn die recht doet aan de groeiende verscheidenheid binnen de eigen achterban, zo blijkt uit een inventarisatie van Skipr.
Ketenvorming, decentralisatie en personalisering van de zorg, het organisatorische speelveld in de zorg is volop in beweging. Het gevolg van al deze veranderingen is dat “veel partijen zichzelf opnieuw aan het uitvinden zijn”, zegt directeur Wilma van der Scheer van het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur in het januarinummer van Skipr magazine. “Dat speelt op het niveau van beroepsgroepen, maar zeker ook op brancheniveau ; waar zijn we van, waar gaan we over, wat willen we zijn? In de visie de we nu omarmen organiseren we de zorg zoveel mogelijk rond de patiënt of burger thuis. Dat wordt de locus of control. Daarmee verschuift de aandacht van het landelijke naar het regionale, daar moeten aanbieders op allerlei samenwerken en netwerken. Koepels werken landelijk en zijn vooral van betekenis voor het overleg op nationaal niveau, terwijl vraagstukken zich toenemend op regionaal niveau afspelen.”
Interne discussie
“De legitimiteit van brancheverenigingen is intern altijd een punt van discussie”, stelt bestuursvoorzitter Paul Frissen van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB). “Wat wil je zijn: wil je een pure belangenbehartiger zijn of wil je ook bijdragen aan professionalisering in de branche? Wil je meer autonomie ten opzichte van de overheid? De meeste brancheverenigingen maken niet zulke strakke keuzes. Dat leidt altijd tot een enorme hoop interne discussie.”
Emoties
Binnen de branchevereniging voor verzorging, verpleging en thuiszorg ActiZ leidde deze discussie begin 2017 bijna tot een splitsing. “Het was een tijd van heftige discussies”, blikt scheidend Cordaan-topman Eelco Damen terug in Skipr magazine. “Die emoties stonden ergens voor; een behoefte aan vernieuwing, aan andere omgangsvormen en aan redeneren vanuit de inhoud.”
Motor
Met het aannemen van een nieuwe verenigingsstructuur, die meer ruimte laat voor de inbreng van leden, is ActiZ wat Damen betreft op de goede weg. Maar om een rol van betekenis te kunnen spelen moeten een branchevereniging verder kijken dan de eigen sector, vindt Damen. “Zorgaanbieders hebben behoefte aan vernieuwende verbindingen met corporaties, met gemeenten, met ziekenhuizen, met welzijns- en onderwijsorganisaties. De branchevereniging moet de motor achter dit soort samenwerking zijn. Of het nu gaat om de groei van het aantal ouderen, individualisering, nieuwe vormen van technologie of toenemende diversiteit als gevolg van migratie, er zijn grote maatschappelijke ontwikkelingen die vertaald moeten worden naar de zorg. Een brancheorganisatie kan niet zeggen: daar doen we niks mee, want we behartigen alleen de belangen van onze leden, zeker niet als die belangen alleen worden gedefinieerd als het veiligstellen van de toekomst in termen van financiering of een nieuwe cao.”
Geen meta-analyses
Ook de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) zit blijkens de woorden van directeur Frank Bluiminck in een omslag. Van een sterk bestuurlijk georiënteerde brancheorganisatie beweegt de VGN zich volgens Bluiminck steeds meer in de richting van een gemeenschap van belangen, die plaats biedt aan bestuurders, maar nadrukkelijk ook aan medewerkers, cliënten en hun naasten. “Met dit concept van VGN 3.0 gaan we weg van de wat ambtelijke en bestuurlijke inrichting en werkwijze”, stelt Bluiminck. “Je krijgt zo andere gesprekken. Het gaat nadrukkelijker over inhoud, zoals werknemers en cliënten die beleven. Wij willen die taal snappen. Als er een bepaalde opvatting over zelfsturing is, dan hoor ik dat liever uit hun mond dan een meta-analyse van bestuurders. Als je alles aggregeert naar brancheniveau verlies je veel kleur en emotie.”
Inhoud
In de curatieve zorg is een trend waarneembaar. “Wij proberen uit het keurslijf te komen van alleen maar praten over financiën of hoofdlijnen”, zegt Bert Kleinlugtenbeld, voorzitter van de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) en tevens bestuursvoorzitter van ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten. “Naast aandacht voor belangenbehartiging profileren we ins meer op de medisch-inhoudelijke kant. We zijn met waarde gedreven zorg bezig, we gaan uitkomsten met elkaar vergelijken, we leren peer-to-peer over kwaliteit en veiligheid, we geven samen digitale innovatie verder vorm.”
In de care betekent de nieuwe kijk op de branchevereniging dat er niet eindeloos meer gepolderd wordt om unanieme consensus te bereiken. “Kan een brancheorganisatie met één stem spreken? Nee, dat kan dus niet”, gelooft Damen. “De vereniging zal een gedifferentieerd geluid moeten laten horen. Er zijn overkoepelende thema’s, maar een branchevereniging moet duidelijk maken dat die in Zuid-Limburg wat anders kunnen betekenen dan in de Randstad.”
Bezemwagen
”Vroeger was draagvlak binnen de hele vereniging het hoogste goed”, zegt VGN-directeur Bluiminck. “Iedereen –tot in de bezemwagen- moest erbij blijven. Tegenwoordig is het meer de tijdgeest om met de kopgroep het peloton verder brengen. In onze 3.0- benadering doen we meer met koplopers die nieuwe ontwikkelingen vorm geven ten behoeve van de rest van de sector. Het elastiek mag best op spanning staan.”
Rare gewoonte
Als de brancheverenigingen daadwerkelijk hun oude huid afschudden, dan is dat volgens bestuurskundige Frissen een mooie gelegenheid om ook afscheid te nemen van de hardnekkige gewoonte om de voorzittersrol aan oud-politici toe te bedelen. “Ze moeten echt ophouden met het binnenhalen van voormalige politici”, adviseert Frissen. “Als reden wordt dan aangevoerd dat die nu eenmaal de weg weten in Den Haag, maar dat is een rare boodschap. Als je dat doet, dan bevestig je ongewild het beeld dat Den Haag het centrum van de wereld is. Het zijn allemaal mensen die in Haagse termen redeneren en denken de wereld bestaat omdat zij die besturen. Maar de zorg bestaat echt niet omdat-ie bestuurd wordt, de zorg bestaat omdat er zorg wordt verleend.”