Om de relatieve slagkracht en invloed van de belangrijkste branche- en beroepsverenigingen in kaart te brengen heeft Skipr bij negen van hen gevraagd naar het jaarbudget, de personeelsformatie en het ledenaantal. Op dit eerste punt ving Skipr bij drie van hen bot, te weten de NVZ, ZN en VIG.
Toegevoegde waarde
VIG zegt het jaarbudget te beschouwen als “een interne aangelegenheid tussen de VIG en de aangesloten lidbedrijven”. ZN laat bij monde van een woordvoerder weten niet in te zien wat de “toegevoegde waarde” is van een openbare vergelijking van de jaarbudgetten. Wel benadrukt ZN als vereniging verantwoording af te leggen aan de leden, die elk een jaarverslag uitbrengen.
Op de vraag of financiële transparantie niet automatisch voortvloeit uit de maatschappelijke taak die de betreffende verenigingen voor zichzelf zien, gaat geen van de drie in. Opvallend, want NVZ en ZN worden in de vorm van contributies van de aangesloten zorgaanbieders indirect met zorggeld gefinancierd. Bovendien zijn de leden van beide verenigingen wettelijk verplicht om jaarlijks verslag te doen van hun financiële wederwaardigheden.
No-brainer
Openheid over financiële zaken zou wat governance-deskundige Goos Minderman betreft voor collectieve belangenbehartigers in de zorg dan ook “een no-brainer” moeten zijn. “Misschien zijn het juridisch gezien stichtingen of verenigingen, maar deze clubs bestaan bij gratie van de maatschappelijke taak die ze zelf geformuleerd hebben”, aldus Minderman. “De enige manier waarop ze zichzelf kunnen legitimeren is door steun vanuit de samenleving. Dus als ze zeggen dat ze geen meerwaarde zien in het werken aan draagvlak door publiekelijk verantwoording af te leggen, spannen ze het paard drie keer achter de wagen.”
Geen verrassing
Voor wie het zorgveld enigszins kent, bevat de inventarisatie van Skipr, die deze week verschijnt in het eerste nummer van Skipr quarterly, geen grote verrassingen, zij het dat het rijtje onvolledig is door het stilzwijgen van NVZ, ZN en VIG. Met een jaarbudget van 14 miljoen euro, meer dan 400 leden en ruim 70 medewerkers is ActiZ de grootste branchevereniging in de Nederlandse zorg. Met een jaarbudget van 12 miljoen euro, 200 aangesloten patiëntenorganisaties en 62 fte is Patiëntenfederatie Nederland een goede tweede. GGZ Nederland moet het doen met een jaarbudget van 11,3 miljoen euro, 91 aangesloten ggz-aanbieders en 39 fte.
De Federatie Medisch Specialisten (FMS) en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) ontlopen elkaar met een jaarbudget van respectievelijk 7,8 miljoen euro en 7,3 miljoen euro niet zoveel. De structuur van beide verenigingen verschilt wel: bij de FMS zijn naast 22.000 medisch specialisten ook 32 wetenschappelijke verenigingen aangesloten. De LHV telt bijna 14.000 leden. Met een jaarbudget van 6,5 miljoen euro en 170 leden is de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) de kleinste van de grote brancheverenigingen.
Meer dan lobby
De manier waarop de brancheverenigingen over hun kerncijfers communiceren loopt sterk uiteen. In het geval van ActiZ zijn ze terug te vinden in een openbaar jaarverslag. Andere verenigingen communiceren niet actief, maar geven wel antwoord op vragen. Ook de toelichting op de werkwijze verschilt. ActiZ wil graag gezegd hebben dat ze als vereniging meer doet dan alleen lobbyen. Dat doet GGZ Nederland blijkens het eigen jaarverslag ook, maar hierin is wel een hele pagina gewijd aan ‘Politiek & Lobby’.
Verschil
De toelichting geeft een interessant inkijkje in hoe GGZ Nederland invloed probeert uit te oefenen. “De lobby-informatie komt uit de waarde-netwerken en winning teams. Onze boodschappen worden hierin afgestemd en getoetst. […] Waar het kan, zoeken we verbinding met andere belangenorganisaties. De stappen die we met elkaar willen zetten, de benodigde investeringen, passende wet- en regelgeving hebben we met wisselende coalities voor het voetlicht gebracht.”
Maar het echte werk vindt niet plaats aan de vele overlegtafels in de zorg. “Niets kan een boodschap zo van het papier tillen als een directe inkijk in de praktijk. Werkbezoeken, expertmeetings en interviews in de media maken het verschil.” In dit opzicht was 2018 een goed jaar: “Niet eerder zijn er in onze sector zoveel werkbezoeken door Kamerleden afgelegd.”
Het eerste nummer van Skipr quarterly met daarin een katern over het thema ‘Macht’ verschijnt op 17 januari.