In oktober gaat een prijsverlaging van veelgebruikte apotheekgeneesmiddelen alsnog door. Die stond eigenlijk gepland voor begin april, maar werd een half jaar uitgesteld. Dit kwam mede doordat medicijngroothandels zoals Brocacef en brancheverenigingen hun zorgen uitten over mogelijk oplopende tekorten door die prijsverlaging, terwijl de coronacrisis ook druk zette op de beschikbaarheid van medicijnen.
Prijsverlaging en voorraadbeperking
Van Rijn besloot onlangs dat de wetswijziging in oktober toch door kan gaan. Nederland bepaalt maximale prijzen op basis van een groep referentielanden. In oktober wordt Duitsland in dit groepje vervangen voor het goedkopere Noorwegen. Door zo’n prijsverlaging worden de voorraden van medicijngroothandels in een dag miljoenen minder waard.
Dus zei onder meer Peter de Jong van Brocacef in het FD eind juni dat de prijsverlaging de beschikbaarheid van medicijnen in het gevaar zou brengen. En dat hij van plan was om voorraden te verlagen om zo de financiële pijn van de wetswijziging zo klein mogelijk te maken. Daarop vroeg Van Rijn aan de Inspectie extra scherp naar het bedrijf te kijken. Hij noemde het ‘dreigement’ van De Jong ‘onaanvaardbaar’.
‘Praktijken van dictaturen’
De Jong heeft dit weekend een open brief geschreven aan Tamara van Ark, die op 9 juli begint als nieuwe minister van Medische Zorg. Hij hoopt op een betere verstandhouding met Van Ark, dan De Jong had met haar voorgangers. De Jong doet een beroep op haar politieke kleur (Van Ark is van VVD-huize, terwijl Van Rijn een PvdA’er is, maar op individuele titel het ministerschap tijdelijk waarnam). Ook benadrukt hij meermaals dat Brocacef opereert op een vrije markt, blijkt uit onderstaande passage. De Jong vindt de laatste acties van Van Rijn ‘praktijken die alleen in dictaturen voorkomen.’
‘Politieke voorkeur’
“…Het is een van mijn taken om ook steeds de balans te blijven zoeken tussen betaalbaarheid, beschikbaarheid, medewerkerstevredenheid en de beste zorg voor de patiënt. Je voorgangers hebben het niet eenvoudiger voor me gemaakt om steeds die balans te blijven bewaken. Gezien je politieke voorkeur hoop ik dat je beter in staat bent om die balans samen met mij te herstellen. Op het moment namelijk dat ik waarschuw voor een disbalans in deze, krijg ik van je voorganger een toezichthouder op bezoek. Dat lijken praktijken die alleen in dictaturen voorkomen en niet in een vrije markt waar ook vrijheid van meningsuiting een belangrijk goed is. …”
De Jong schrijft dat hij uiteraard met Brocacef zijn best doet om (ijzeren) voorraden van medicijnen aan te leggen. Hij noemt de ijzeren voorraden ‘zelfs het idee van de groothandels’. En hij verzekert Van Ark dat de BENU-apotheken waar Brocaef eigenaar van is, patiënten zo goed mogelijk van dienst willen zijn. Hij wil wel wat meer begrip voor zijn positie van de nieuwe minister.
‘Kop van Jut’
“…Maar om dat te kunnen blijven doen zou het ons helpen als we een minister krijgen die oog heeft voor de eerder genoemde balans. Ik besef me heel goed dat het imago van onze branche niet best is onder je politieke collega’s. Dat hebben we afgelopen donderdag gezien in het debat. Op het moment dat ik waarschuw voor mogelijke negatieve gevolgen voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen wordt ik direct de “kop van Jut”. Helaas is dat de politieke werkelijkheid en op basis daarvan worden al jaren de meeste beslissingen genomen. Het begrip vrije markt krijgt hierdoor een heel bijzondere invulling….”
Lees hier de hele brief van De Jong.