Minister Bruno Bruins (Medische zorg) noemt de berichten over de hoge werkdruk onder huisartsen ‘een ernstig signaal dat serieus genomen moet worden’. De minister verkent samen met het veld maatregelen om meer tijd voor de patiënt te creëren en tegelijkertijd de huisarts te ontlasten. Omdat elke regio eigen problemen heeft is maatwerk nodig, schrijft Bruins in een brief aan de Tweede Kamer.
De kwaliteit van de huisartsenzorg staat onder druk door de toenemende werkdruk onder huisartsen, concludeerde onderzoeksbureau Newcom onlangs in een onderzoek onder ruim 1.600 huisartsen. Twee derde gaf aan de werkdruk te hoog te vinden. Het lukt 65 procent van de huisartsen niet om noodzakelijke werkzaamheden binnen de reguliere werktijd af te krijgen. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) pleitte hierop voor actie. “Huisartsen geven zelf aan dat te hoge werkdruk leidt tot haastwerk en kans op het maken van fouten”, aldus LHV-voorzitter Ella Kalsbeek. “Dat vraagt om maatregelen.”
Bruins geeft in zijn brief aan inmiddels met LHV en InEen te hebben gesproken over de problematiek. Het onderwerp werkdruk van huisartsen heeft zijn “volle aandacht”, zo laat hij weten. “Het is van groot belang dat huisartsen voldoende tijd hebben om goede zorg te kunnen leveren aan patiënten.” Volgens de minister zijn er regionale verschillen en vergt het creëren van meer tijd voor de patiënt daarom maatwerk. “Elke regio heeft eigen specifieke problemen en daarbij horende maatregelen”, schrijft hij. “De bekostiging biedt voldoende ruimte voor het maken van regionale afspraken door zorgverzekeraars en aanbieders.”
E-health
Meer tijd voor de patiënt kan volgens de minister op allerlei manieren worden vormgegeven. Hij denkt onder meer aan ondersteuning door praktijkondersteuners, verpleegkundig specialisten, physician assistents en nurse practitioners en de inzet van e-health. Een andere oplossing is de inzet van een praktijkmanager die het management en de administratieve taken van de huisarts kan overnemen.
Ook het verminderen van de regeldruk moet ervoor zorgen dat de huisarts minder werkdruk ervaart. Hierin zijn volgens de minister al duidelijke stappen gezet, toch blijft het een aandachtspunt. In mei komt Bruins met zijn programmaplan (Ont)regel de zorg, waarin maatregelen staan om de bureaucratische lastendruk in onder meer de huisartsenzorg te verminderen.
Hoofdlijnenakkoord
Verder heeft de minister met de LHV en InEen afgesproken dat het terugdringen van de werkdruk terug zal komen in de gesprekken rondom een nieuw hoofdlijnenakkoord voor de huisartsenzorg. Ook moet het aantal opleidingsplekken voor huisartsen beter worden benut, schrijft de minister. Na de selectieprocedure blijven al jaren minder kandidaten over dan het aantal beschikbare plaatsen. De opleidingsinstituten onderzoeken hoe de beschikbare opleidingsplaatsen optimaal gevuld kunnen worden
Daarnaast laten het ministerie en de LHV onderzoek doen naar de verschillende factoren die bepalend zijn voor de plek waar huisartsen wel of niet willen werken. Zo hopen ze beter zicht te krijgen op de tekorten die zich in bepaalde regio’s en achterstandswijken voordoen, waarna gericht naar oplossingen kan worden gezocht. Het NIVEL start een onderzoek naar de tijdsbesteding van huisartsen. Dit moet inzicht bieden in het aantal uren dat huisartsen werken, onderverdeeld naar patiëntgebonden uren en niet-patiëntgebonden uren. Ten slotte is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met partijen in gesprek om de vergoeding voor huisartsen in achterstandwijken te optimaliseren.