AppleMark
Het huidige opt in-systeem voor informatie-uitwisseling is bureaucratisch en vormt een groeiende belemmering voor gegevensuitwisseling in de zorg. Dat stelt de belangenvereniging van eerstelijns centra InEen.
InEen-voorzitter Martin Bontje noemt de huidige opt-in “een rare maatregel”. De bureaucratie gaat volgens de InEen-voorman zo ver dat een patiënt die eerder toestemming gaf voor data-uitwisseling in het kader van een COPD-programma, opnieuw eenzelfde toestemming moet geven voor de ketenbehandeling voor hart- en vaatziekten. “Dit zou in de toekomst een nog groter probleem kunnen opleveren, omdat het aantal toepassingen groeiende is en zodoende voor elke situatie met gegevensuitwisseling opnieuw een opt-in nodig is”, stelt Willem van der Kraan, voorzitter van de adviescommissie Informatiebeleid van InEen.
In plaats daarvan pleit InEen voor één enkel, envoudig systeem, waarmee de patiënt toestemming geeft voor de uitwisseling van informatie tussen zorgverleners. “Wanneer je van de opt-in een opt-out zou maken, schiet het percentage toestemmers omhoog”, oppert Bontje. “Natuurlijk zijn er tal van middelen om de patiënt in beweging te krijgen, maar de huidige systematiek is erg omslachtig.” Bijkomend probleem is dat zolang de zorgverlener de patiënt gericht om toestemming vraagt, deze meestal akkoord gaat. Maar op schriftelijke verzoeken wordt nauwelijks gereageerd.
Zelfde stekker
Met het oog op het groeiende aantal toepassingen zou InEen daarnaast graag een lijst zien met software, tools en apps die veilig en betrouwbaar zijn en bovendien interconnectief zijn. “Veel bedrijven houden zich bezig met e-health: Microsoft, Google, maar ook kleine spelers in de markt en starters”, aldus Van der Kraan. “Cruciaal is dat de verschillende tools kunnen communiceren met de software die aanwezig is, zoals een Huisartsen Informatie Systeem (HIS). Wanneer een huisarts de verzamelde digitale gegevens van een patiënt moet uitprinten en vervolgens moet invoeren, is dat geen wenselijke situatie.”
“Huisartsen begonnen vroeg met ICT, wat natuurlijk positief is”, zegt Bontje. “Het nadeel is dat de diverse software slecht op elkaar aansluit. Er zijn diverse kleine spelers. De toepassingen moeten -als het ware -dezelfde stekker krijgen.”
Bontje en Van der Kraan krijgen bijval van de zijde van het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG). Volgens voorzitter Rob Dijkstra krijgt de huisarts nu via de patiënt met veel verschillende apps te maken die niet aansluiten bij het HIS. Hierdoor moet de huisarts soms inderdaad handmatig de zelfregistratie van de patiënt opnieuw invoeren. Volgens de NHG-voorzitter zou dit veel handiger kunnen, maar huisartsen weten nu niet welke gegevens betrouwbaar zijn. Volgens Dijkstra leeft er bij huisartsen behoefte aan een lijst met betrouwbare apps waarmee ze kunnen werken.
Informatierecept
Mede door dergelijke informatielacunes blijven volgens Dijkstra veel mogelijkheden van e-health onbenut. “Technisch is veel mogelijk”, stelt Dijkstra. “In de ggz zijn succesvolle zelfhulpprogramma’s in gebruik. Zoiets zou ook in de eerste lijn door huisartsen moeten worden ingezet. Ik zou graag zien dat iedere patiënt een informatierecept met een zoekterm meekrijgt, zoals vroeger het recept voor medicatie.” Daarnaast denkt hij dat huisartsen door gegevens gestructureerd te verzamelen beter inzicht kunnen inzicht krijgen in eigen handelen.
Om het belang van een ICT in de eerste lijn te onderstrepen houdt InEen medio september een Tweedaagse Informatiebeleid.