In de ogen van de vakbonden heeft brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland een eindbod gedaan dat de leegloop in de sector nog verder zou aanwakkeren. De vakbonden vinden dat de werkgevers weigeren een concurrerende cao af te sluiten.
Cao jeugdzorg
Maaike van der Aar, bestuurder FNV Jeugdzorg: “In de laatste zeven jaar moesten jeugdzorgprofessionals al negen keer op het Malieveld strijden voor betere arbeidsomstandigheden. En nu de sector zo is uitgehold door falend beleid en bezuinigingen, kiest de werkgever wederom om te beknibbelen op de lonen. Dat is niet te verteren voor de mensen die al die jaren de jeugdzorg overeind hebben gehouden.” Ook werkdruk en veiligheid zijn belangrijke thema’s waarop afspraken gemaakt moeten worden.
Koopkrachtherstel
Het grootste struikelblok tijdens de onderhandelingen was de inflatiecompensatie voor 2023. Op basis van de huidige cao hebben mensen op 1 januari nog 3 procent loonsverhoging gekregen, maar over 2023 krijgen ze er niets bij. De bonden willen dit in 2024 en 2025 corrigeren, maar het eindbod van de werkgevers is volgens de vakbonden te laat en te laag. Van der Aar: “Mensen werken niet om armer te worden. Dit eindbod zorgt dat deze cao niet concurrerend is met vergelijkbare cao’s zoals die van gemeenten of sociaal werk en dat nog meer mensen de sector verlaten. Met alle maatschappelijke gevolgen van dien.”
Loonsverhoging
De bonden streven naar een loonsverhoging van 10 procent in 2024, inclusief de inflatiecorrectie voor 2023, maar de werkgevers willen niet verder gaan dan 6,7 procent. Voor 2025 zijn de werkgevers bereid 3,5 procent extra te betalen, plus de invoering van automatische prijscompensatie met een maximum van 2 procent vanaf april tot december. De bonden verlangen echter 5 procent extra en zijn bereid te praten over de automatische prijscompensatie met een maximum van 2 procent, mits er ook een overeenkomst over werkdrukvermindering is.
Massaprotest
Als Jeugdzorg Nederland niet op het ultimatum van de drie bonden ingaat, volgt op maandag 20 november een massaprotest in Utrecht.