Dat bleek tijdens de zitting op 22 november, waar de Stentor verslag van doet. Binnen de vakgroep spelen al langer problemen. Volgens de advocaat van het ziekenhuisbestuur duldt de vakgroep geen bemoeienis van buitenaf en worden andersdenkenden geïntimideerd of simpelweg ‘kalltgestelt’. Ook hebben zich volgens de advocaat van het Isala-bestuur zaken voorgedaan die de schijn van zakelijke belangenverstrengeling ademen.
Alarmbellen
Dit in combinatie met de onveilige werksfeer deed volgens de raadsvrouw ‘alle alarmbellen afgaan’. Er was vorig jaar al een rapport opgesteld waarin dergelijke zaken naar voren kwamen. Een recente ‘observatie’ van de interim-manager van het Isala Hartcentrum, waartoe cardiologie behoort, schetste hetzelfde beeld.
Veiligheid
“Er komt een moment dat je als ziekenhuisbestuur afvraagt of je nog wel bestuurlijke verantwoordelijkheid kunt dragen voor deze vakgroep”, zei Isala-bestuursvoorzitter Rob Dillmann tegen de rechter. “Als medewerkers zich niet veilig voelen, dan kan ik als bestuurder niet meer instaan voor het vertrouwen in de kwaliteit van de zorg.”
Aanwijzing
Het ziekenhuisbestuur besloot daarom, in samenspraak met het bestuur van de cardiologenmaatschap, tot een zogeheten ‘aanwijzing’. Via deze stap wil het Isala-bestuur de vakgroep dwingen om mee te werken aan een ‘zevenpuntenplan’ dat al eerder was opgesteld om de problemen binnen het Hartcentrum aan te pakken. Over de noodzaak van het plan zijn beide partijen het eens.
Cardiologen-bestuur op zijspoor
Daarnaast werd de voorzitter van het vakgroepbestuur, de cardioloog Jan Paul Ottervanger, op een zijspoor gezet. In zijn plaats werden twee cardiologen van buiten aangesteld, Barbara Mulder en Hans Bosker, om de orde in de vakgroep te herstellen. Deze ingrepen vielen volstrekt verkeerd bij Ottervanger en zijn twee medebestuursleden. Volgens hen is er binnen de vakgroep geen enkel draagvlak voor dit interim-duo. Er is volgens hen sprake van een ‘klimaat van angst, onzekerheid en woede’ als gevolg van de ingreep door de besturen. Zij eisen dat de aanwijzing geheel van tafel gaat. De drie zeggen namens de gehele vakgroep, die uit 33 cardiologen bestaat, te spreken. Een aanwijzing is, zo zeggen zij, het voorportaal van ontslag.
Onafhankelijke bestuurder
De cardiologen willen in samenspraak met het Isala-bestuur een onafhankelijke niet-omstreden bestuurder aanstellen die orde op zaken komt stellen binnen de vakgroep. Het Isala-bestuur voelt daar niet voor. De rechter doet op 6 december uitspraak.
hjoostenbroek
Dit verhaal geeft een veel groter podium aan de bestuurder dan de maatschap. Deze artsen staan openbaar in de beklaagdenbank met dit artikel, maar geen enkele substantiele (alleen de beschuldiging) informatie komt naar buiten, op zich terecht natuurlijk. Hoe kan je de inmiddels ontstane schade voor de artsen teniet doen als de uitkomst in het voordeel van die artsen uitvalt? De bestuurder gaat dan nooit de schuld krijgen, die wast dan de handen in onschuld, want kan zich verschuilen achter het ‘onafhankelijke’ onderzoek. Maar hoe onafhankelijk is dat, als je als bestuurder de opdrachtgever bent? Daar is voldoende onderzoek naar gedaan: de enige conclusie die daar uit voortvloeit is dat de opdrachtgever de vooraf gewenste uitkomst krijgt. Kan skipr het dan opbrengen de bestuurder dezelfde negatieve aandacht te geven als nu de artsen krijgen?
Mijn vraag is hoe kan je deze informatie neutraal brengen, zonder dat mensen schade oplopen voordat er überhaupt een schuld en veroordeling vaststaan en wat doe je met een eventueel later gebleken valse beschuldiging?
Dit in het kader van het huidige klimaat van het toegenomen wantrouwen in de maatschappij, voor een belangrijk deel gevoed door politiek en wetgeving?