Producent Eyeworks heeft bij de opnames voor het tv-programma ‘24 uur tussen leven en dood’ in strijd met de wet gehandeld. Dat constateert het College bescherming persoonsgegevens (CBP).
De privacywaakhond is eind februari 2012 een onderzoek gestart. Hoewel de opnamen toen al waren gestaakt besloot het CBP hier toe vanwege de maatschappelijke onrust. Ook sluit het CBP niet uit dat er in de toekomst vergelijkbare projecten worden opgestart.
Achteraf
Het CBP concludeert nu dat het maken van opnamen op de spoedeisende hulp in strijd is geweest met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), omdat rechtsgeldige toestemming ontbrak. Eyeworks had alleen medische gegevens – waaronder volgens het CBP ook opnamen op een spoedeisende hulp vallen – mogen gebruiken als mensen hier vooraf en op basis van gedegen informatie ondubbelzinnig en uitdrukkelijk toestemming voor hadden gegeven. Dat in sommige gevallen achteraf om toestemming is gevraagd is dus niet in overeenstemming met de wet, zo stelt het CBP.
Te summier
Daarnaast oordeelt het CBP dat de door het VU medisch centrum en Eyeworks verstrekte informatie die nodig is om rechtsgeldige toestemming te kunnen geven, te summier was. Bovendien kan van rechtsgeldige toestemming geen sprake zijn geweest gezien de omgeving en de situatie waarin de patiënten en hun begeleiders zich bevonden, namelijk op de spoedeisende hulp met een dringende hulpvraag. Het CBP heeft het bovenstaande inmiddels ook in een brief aan Eyeworks en het VU medisch centrum laten weten.
Code
Eerder al kwamen het VUmc en Eyeworks vanwege de tv-opnames onder vuur te liggen wegens schending van het medisch beroepsgeheim. Het programma werd na één uitzending van de buis gehaald. In een gastcolumn in het juninummer van Skipr-magazine dat deze week verschijnt, pleit oud RTL-topman Fons van Westerlo voor een speciale mediacode voor medische tv-programma’s.