Het CBS heeft geen duidelijk zicht op welke cijfers wel en niet kloppen. Bij grote verschillen is er soms contact gezocht met de gemeenten, maar die konden vaak niet meer uitleg geven. In de toelichting bij de statline-grafiek meldt het CBS wel dat sommige toenames het gevolg kunnen zijn van het feit dat gemeenten voor het eerst gegevens aanleveren.
De problemen ontstonden onder meer doordat niet alle activiteiten van de wijkteams worden opgenomen in de cijfers van het CBS. Zo hoeven cijfers over preventieve activiteiten of over jongeren die gezien worden in het kader van toegangs- of verwijsfuncties niet te worden aangeleverd. Maar cijfers over het aantal jongeren dat daadwerkelijk jeugdhulp krijgt van de wijkteams moeten wel aangeleverd worden.
Administratie
Na de decentralisatie in 2015 was het ook niet bij alle gemeenten bekend dat het CBS data over de tweede categorie, dus jongeren die specifiek wijkteamhulp kregen, wel bijhield. Tegelijk hadden gemeenten sowieso moeite om de administratie op orde te krijgen om bijvoorbeeld het verschil tussen de twee groepen duidelijk te maken.
Extreme stijging
De gemeente Utrecht merkte al op dat de extreme stijging die te zien is in de cijfers van de regio helemaal niet klopt. In 2015 lukte het de gemeente namelijk niet om de juiste cijfers over het gebruik van jeugdhulp door wijkteams aan te leveren. Hierdoor wordt het gebruik in dat jaar flink onderschat.
Daling
In de CBS-cijfers valt te lezen dat in 2015 maar 15 jongeren gebruikmaakten van wijkteamhulp in de stad. Het jaar daarop stijgt het aantal naar zo’n 5.400 en in 2020 gaat het om zo’n 9.700. Dit wekt de indruk van een enorme toename die ook terug te zien is in het totale gebruik van jeugdzorg. In werkelijkheid verschilden de Utrechtse cijfers in 2015 niet veel van de cijfers in 2016 en is de stijging veel minder groot.
Terugwerkende kracht
Het CBS kiest ervoor om niet alsnog de juiste cijfers te achterhalen omdat die gegevens soms niet met terugwerkende kracht uit een systeem kunnen worden gehaald. In sommige gevallen zijn gemeenten bijvoorbeeld met nieuwe systemen gaan werken.
Onderscheid
Het CBS zegt verder dat er niet voor is gekozen om twijfelachtige gegevens uit de tabellen te halen omdat het bureau niet verwacht precies te kunnen vaststellen bij welke gemeenten de cijfers kloppen en bij welke niet. Wanneer cijfers geschrapt zouden worden, zou er ook geen onderscheid zijn tussen regio’s die simpelweg geen cliënten hebben en de regio’s die geen data kunnen aanleveren. Dit zou bij de laatste groep ten onrechte de indruk wekken dat er helemaal geen cliënten door het wijkteam zijn geholpen.