In 2023 kreeg 1 op de 9 jongeren tot 23 jaar een of meerdere vormen van jeugdzorg. Bij jongeren tot 18 jaar was dat 1 op de 7. Het gebruik van jeugdhulp is tussen 2021 en 2023 met 2,2 procent toegenomen. “De stijging komt doordat meer jongeren jeugdhulp zonder verblijf krijgen.” Zo’n 94 procent van de jongeren kreeg deze vorm van hulp; zoals individuele therapiesessies en groepsessies.
Zorgelijke trend
De toename van het aantal jongeren met jeugdhulp komt vooral doordat meer tienermeiden jeugdhulp zonder verblijf kregen. In 2023 kregen 102.000 meiden deze vorm van zorg. Dat zijn er 10.000 meer dan twee jaar eerder. “In geen andere leeftijdsgroep is de stijging zo groot”, aldus het CBS. Jongens van 8 tot 12 jaar kregen naar verhouding het vaakst jeugdhulp: bijna 1 op de 4. Dat aandeel is de laatste jaren stabiel.
Agnes Derksen van het Nederlands Jeugdinstituut noemt de stijging zorgelijk. “We zien al jaren een stijgende lijn in het jeugdhulpgebruik”, zegt Agnes Derksen. “Het is goed dat we nu door deze cijfers steeds beter zien waar het knelt. Hoe komt het dat vooral jongens tussen 8 en 12 jaar en meiden van 12 tot 18 jaar bij de jeugdzorg terechtkomen? En wat kunnen we anders doen om hen te helpen?”
Als alternatief voor individuele zorg voor jongens met lastig gedrag noemt Derksen de ondersteuning van leerkrachten om hiermee in het onderwijs om te gaan. “En mogelijk zijn veel meiden beter geholpen met een collectief aanbod dat hen in contact brengt met leeftijdgenoten. We moeten anders gaan kijken naar problemen en naar andere oplossingen zoeken.”
Daling
Hoewel het gebruik van jeugdzorg zonder verblijf in 2023 toenam, was het aantal jongeren dat andere jeugdzorgvormen kreeg lager dan in 2021. Zo kregen minder jongeren jeugdhulp met verblijf (-5 procent) en daalde het aantal jongeren met ondertoezichtstelling (-15 procent). Ook stonden minder jongeren onder voogdij (-10 procent). Het aantal jongeren met jeugdreclassering is wel toegenomen met 2,2 procent ten opzichte van 2022.