De invoering van de Jeugdwet in 2015 heeft geen invloed gehad op het aantal cliënten dat beroep doet op jeugdzorg. Dat is tussen 2011 en 2016 vrijwel stabiel gebleven. Per jaar krijgt ongeveer 11 procent van alle jongeren tot 18 jaar een of meerdere vormen van jeugdzorg. Er lijkt ook geen verschuiving te zijn van duurdere zorg naar goedkopere zorg dichter bij huis.
Dat blijkt uit cijfers en analyses van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De manier waarop de jeugdzorg is georganiseerd is wel veranderd. Sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 hebben gemeentes wijk- of buurteams ingericht waar jongeren of ouders terecht kunnen met hun vraag. De teams geven zelf advies of verwijzen naar instellingen. Deze nieuwe werkwijze heeft geen invloed gehad op het aantal jeugdzorgontvangers.
Verblijf
Meer jongeren worden geholpen door de wijk- of buurtteams. Maar dat gaat niet samen met een daling van het aantal jongeren in zorg met verblijf in een instelling. In 2016 kregen 388 duizend jongeren jeugdhulp. Dat is 7 procent meer dan in 2015. Het aantal jongeren dat hulp kreeg van een wijk- of buurtteam nam toe van ruim 37 duizend naar bijna 62 duizend in 2016. Het aantal jongeren met jeugdhulp met verblijf in een instelling steeg van 24 duizend naar 27 duizend. Het CBS concludeert dat er dus nog geen sprake is dat dure gespecialiseerde zorg met verblijf afneemt door de toename van goedkope zorg georganiseerd door wijk- of buurtteam.
Kwaliteitsvergelijking
Het aantal jongeren met overige vormen van jeugdhulp zonder verblijf bleef ongeveer gelijk: rond de 350 duizend per jaar. Het aantal ondertoezichtstellingen en het aantal maatregelen jeugdreclassering namen af in de periode 2011 tot 2016. Het aantal voogdijmaatregelen is iets toegenomen. Gegevens over medicijngebruik laten zien dat 6 op de 10 jeugdzorgjongeren ADHD-middelen verstrekt krijgen. Ondanks dat het aantal jongeren met ADHD-medicatie is toegenomen, bleef het aantal van hen dat jeugdzorg ontvangt gelijk. Het CBS heeft geen gegevens over wachtlijsten in de jeugdzorg.
Het CBS heeft niet onderzocht of de behoefte aan jeugdzorg is veranderd. Ook de effectiviteit is niet gemeten. Het CBS pleit wel voor kwaliteitsvergelijking door uitkomstmetingen, maar er zijn nog teveel verschillen per doelgroep, type hulp, branche of professie.