Hoe korter de zwangerschap duurt, hoe groter de kans is dat een kind vlak na de geboorte overlijdt of leeft met gezondheidsrisico’s. Om de risico’s op complicaties te verminderen, wordt momenteel onderzoek gedaan naar de kunstamnion- en placentatechnologie (KAPT). De KAPT bootst de situatie in de baarmoeder na. Hierdoor zou de overlevingskans van de veel te vroeggeboren baby toenemen en risico’s op ernstige beperkingen afnemen.
Onwaarschijnlijk
De KAPT is bij het grote publiek beter bekend als de ‘kunstbaarmoeder’. Volgens het CEG schept deze benaming ‘irreële verwachtingen’. De technologie neemt niet de complexe functie van de baarmoeder over, maar bootst enkel de omgeving na waarin de baby zich tijdens de zwangerschap bevindt. Daarmee is de KAPT een alternatief voor de eerste opvang van veel te vroeggeboren kinderen in de huidige couveuse. Maar een volledige ontwikkeling van een embryo naar een kind in de KAPT is in de nabije toekomst zeer onwaarschijnlijk, aldus het CEG. In Nederland worden elk jaar ongeveer 265 baby’s veel te vroeg geboren, na 24 tot 26 weken zwangerschap.