Veel mensen gebruiken tegenwoordig gezondheidsapps of draagbare gezondheidsmeters, meestal aangeduid als wearables, om te controleren hoe ze er lichamelijk aan toe zijn. Als mensen zelf gegevens over hun lichaam en leefstijl meten, zoals bijvoorbeeld hun hartslag en daarmee hun gezondheid verbeteren en ziekte voorkomen, kan dat tot kostenbesparing in de zorg leiden, stelt het CEG in het signalement ‘Gezondheidsapps en wearables – De ethiek van e-health’.
Meerwaarde
Naast potentiële voordelen zijn er ook nadelen, benadrukt het CEG. Doordat de overheid het gebruik van apps en wearables toejuicht, kunnen mensen de indruk krijgen dat “deze vorm van e-health zijn meerwaarde voor de zorg al heeft bewezen”, aldus het CEG, “terwijl lang niet al die apps en wearables van goede kwaliteit zijn en onbetrouwbare metingen presenteren. Als gebruikers daardoor ten onrechte gerust worden gesteld, kan dat tot gezondheidsschade leiden.”
Kwaliteitskeurmerk
Ook kunnen wearables aanleiding geven tot overconsumptie. Zelf meten kan er toe leidend dat mensen die eigenlijk gewoon gezond zijn, onnodig naar de dokter gaan omdat ze zich ongerust maken. Ook zouden de apps en wearables niet altijd toegerust zijn op mensen die niet zo goed met digitale dingen overweg kunnen. Het centrum pleit daarom voor terughoudendheid van de overheid en een kwaliteitskeurmerk waarbij ook wordt gekeken naar toegankelijkheid en gebruiksgemak. (ANP/Skipr)