Sebastiaan van P. ging volgens het hof op geraffineerde wijze te werk door te doen alsof bepaalde medische onderzoeken nodig waren. Daarbij maakte hij onder meer met zijn vinger bewegingen in de vagina van de slachtoffers. Hij droeg bij deze handelwijze bovendien geen medische handschoenen, zoals voorgeschreven.
De verdediging vroeg vergeefs om vrijspraak. Dit omdat de verklaringen van de slachtoffers onbetrouwbaar zouden zijn en er onvoldoende steunbewijs zou zijn. Maar volgens het hof komen de verklaringen van de slachtoffers juist op essentiële punten overeen. Het hof spreekt derhalve van een herkenbaar patroon in het handelen van de huisarts. Voor het hof betekent dit dat de arts de verkrachtingen heeft begaan. (ANP)