De zorgmarkt in China groeit snel. Met name de ouderenzorg in China moet zich nog ontwikkelen. De Chinezen kijken voor oplossingen graag over de grens, vooral ook naar Nederland.
Die boodschap klonk dinsdagmiddag in het Rotterdamse STC. Daar vond de eerste conferentie over export van zorg naar China plaats. De bijeenkomst werd georganiseerd door Karakters dat zich inspant voor de export van zorgconcepten naar het aziatische land.
Vergrijzing
De zorgmarkt in China biedt door de snelle vergrijzing veel kansen, zo werd vaak herhaald. “De Chinese bevolking wordt eerder oud dan dat ze rijk kan worden,” hield Regina Aalders de ongeveer veertig aanwezigen voor. Aalders is bij het ministerie van VWS verantwoordelijk voor buitenlandse zaken, zoals het maken van internationale afspraken over infectiepreventie en de veiligheid van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Het ministerie begeleidt daarnaast instellingen en ondernemers die in China zaken willen doen.
Vernieuwing zorg
Volgens Aalders kijken de Chinezen met grote interesse naar Nederland. “Ze bewonderen Nederland omdat we als klein land een grote haven hebben en vanwege het succes dat we boeken bij vernieuwing van de zorg.”
Trainingscentrum
Die ervaring heeft ook Ronald van de Grift van Bonum Vastgoed. Zijn bedrijf is via het Sino-Dutch Consortium for Dutch Elderly Care Companies (Siduco) actief in het Aziatische land. Inmiddels heeft Siduco twee intentieverklaringen ondertekend. “Vooral het trainen en opleiden van personeel en het optuigen van zorgconcepten wordt een belangrijke spil,” aldus Van de Grift. Zo werkt Siduco aan een trainingscentrum in Ningbo. “Dat wordt een model verpleeghuis, waar we ook nieuwe technieken kunnen laten zien.”
Ontwikkelingen
Interim-zorgbestuurder Jan Andriessen, tevens mede-initiatiefnemer van Karakters, stelt dat de ontwikkeling in het land ’tegengesteld’ is aan die in Nederland. Waar het beleid hier gericht is op ont-professionaliseren en institutionaliseren, probeert de Chinese overheid juist grote professionele organisaties op te tuigen. “Met onze ervaring kunnen we zeggen wat daarbij werkt en wat ze vooral niet moeten doen,” aldus Andriessen.
Trots
Het is dan nog vooral het ‘brengen’ van kennis, zo werd gezegd. Toch valt er voor zorgorganisaties veel te halen, beweert Andriessen. Zorgaanbieders kunnen in China nieuwe ideeën opdoen over zorg en organisatie. Een uitwisseling kan ook een prikkel zijn voor medewerkers. Bovendien leidt samenwerking tot meer trots op de Nederlandse zorg, meent Andriessen. “Je ziet dan dat het hier echt heel goed geregeld is.”
Vastgoedmannen
Hoewel er veel kansen liggen, waarschuwt Regina Aalders van het ministerie ook. “Chinese investeerders komen veelal uit het vastgoed. Zij hebben niet altijd begrip voor de zorg en verlangen vaak op korte termijn rendement. Dat is ook in China lastig, want de zorg is een complexe sector.”
Wie gaat dat betalen
En er is nog een probleem, zo vertelt Andriessen. “In China is het niet de normaalste zaak om te betalen voor kennis en ideeën. Daardoor is het maar beperkt mogelijk om het eigen belang te kapitaliseren.” Oplossingen zijn er volgens Karakters overigens wel. Zo zijn de uitwisselingsprojecten van zorgorganisaties een mooie ‘springplank’ voor meereizende bedrijven, zo zegt Andriessen. Die bedrijven zouden dan de kosten van de zorgorganisaties moeten vergoeden. (Daan Marselis)