Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en het ministerie van VWS hebben afspraken gemaakt over de ondertekening door familie bij een indicatie-aanvraag voor de Wet langdurige zorg (Wlz).
In de praktijk blijkt dat de ondertekening van een Wlz-aanvraag soms problemen oplevert, met name bij de overgang van een VV5- naar een VV7-zorgprofiel. Het CIZ en het ministerie van VWS hebben daarom aanvullende afspraken gemaakt. Deze oplossing geldt alleen voor cliënten met een BOPZ-aanvraag of -status. Voor overige Wlz-aanvragen blijft het probleem bestaan dat een wettelijke vertegenwoordiger bij de rechter moet worden aangesteld.
ActiZ heeft de afgelopen periode aandacht gevraagd voor problemen rond de ondertekening van de Wlz-aanvraag. “De afspraak tussen CIZ en het ministerie voor ondertekening door familie als sprake is van een BOPZ-aanvraag of -status lost diverse problemen uit de praktijk op, maar ActiZ betreurt het dat er niet gekozen is voor een fundamentele oplossing”, meldt de werkgeversorganisatie op haar website.
Vertraging indicatie
In principe ondertekent een cliënt zelf zijn aanvraag voor een indicatie voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Als de cliënt voor het aanvragen van de indicatie niet (meer) wilsbekwaam is, mag alleen de vertegenwoordiger tekenen voor de aanvraag: de schriftelijk gemachtigde, een mentor of een curator. Maar een echtgenoot of partner, of een van de kinderen, mag niet tekenen voor de Wlz-aanvraag. Voor de aanvraag tot Bopz-opname mag de familie wel tekenen. Cliënten beschikken niet altijd over een mentor, curator of gemachtigde en dat leidt in de praktijk tot vertraging en ergernis bij een (her)aanvraag van een indicatie.
Vervolgaanvraag Wlz
De afspraken tussen het CIZ en het ministerie van VWS lossen dit probleem nu op, meldt het CIZ: “Het uitgangspunt blijft dat een Wlz-aanvraag alleen kan worden ingediend door de cliënt of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Sinds juni 2015 geldt dat waar sprake is van een combinatie van een eerste Wlz-aanvraag met een Bopz-aanvraag, de familie van de cliënt – partner, (groot)ouder, (klein)kind, broer of zus – mag tekenen. Vanaf nu geldt deze regel ook als er een vervolgaanvraag voor de Wlz gedaan wordt én de cliënt op dat moment al een Bopz-status heeft. Dit betekent dat ook voor deze aanvragen de genoemde familieleden mogen tekenen. Hier is niet langer een machtiging voor nodig.”