In 2021 lag het aantal aanvragen binnen de ggz vier tot vijf keer hoger dan verwacht. Doordat het ging om veel mensen die zelf de aanvraag hadden gedaan, kostte het de CIZ-medewerkers ook veel meer tijd om ze te behandelen. De aanvragen waren minder goed gedocumenteerd, er moest vaker een medisch adviseur aan te pas komen en ze werden vaker afgewezen. Tegelijk steeg het ziekteverzuim bij het CIZ zelf en vertrokken medewerkers door de hoge werkdruk. Het ziekteverzuim lag gemiddeld vier procentpunt hoger dan de norm van 5 procent.
Normaal niveau
Eind 2021 voldeed het CIZ weer aan de norm om tenminste 95 procent van de aanvragen binnen zes weken af te handelen, maar voor het vierde kwartaal stond het gemiddelde nog op 88 procent. Op 31 december was de werkvoorraad voor de Wlz ongeveer 9.000 aanvragen (ruim 12.000 bij de start van het derde kwartaal), en voor de ggz ongeveer 1.100 (circa 3.500 bij de start van het derde kwartaal). De werkvoorraden waren hiermee terug naar een normaal niveau, aldus het CIZ.