Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) heeft sinds de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) circa de helft minder indicaties voor zware verpleeghuiszorg afgegeven. Volgens branchevereniging ActiZ bewijzen de CIZ-cijfers dat zorgvragers ten onrechte in lage indicaties ‘blijven hangen’.
Blijkens de CIZ-cijfers is het aantal indicaties voor de zorgprofielen VV7 en VV8 sinds de invoering van de Wlz gehalveerd naar respectievelijk 4.245 en 1.145 indicaties. Ook is een forse afname zichtbaar bij de afgifte van indicatiebesluiten voor revalidatiezorg en terminale zorg. Bij de lagere indicaties is te zien dat het CIZ steeds vaker ZZP 5 en 6 afgeeft.
ActiZ vindt de drastische daling van de zware indicaties een zorgelijke ontwikkeling. Volgens de branchevereniging geeft het CIZ steeds minder indicaties af die goed passen bij de werkelijke zorgvraag. Ouderen met dementie krijgen VV 5 terwijl zij voorheen VV7 hadden gekregen. En ouderen met zware fysieke problemen blijven steken op VV6 in plaats van VV8. Per cliënt betekent dat 40 euro minder per dag aan zorg kan worden besteed. ActiZ heeft de problematiek al meerdere malen bij het CIZ en het ministerie van VWS onder de aandacht gebracht. ActiZ vindt het van belang dat de verouderde onderbouwing van de bekostiging en de tarieven worden herijkt.
Volgens het CIZ heeft de daling een dubbele oorzaak. In de AWBZ was het mogelijk om tijdelijke indicaties te krijgen, waardoor meer indicaties werden afgegeven. Toegang tot de Wlz is daarentegen permanent en levenslang. Daarnaast wijst het CIZ erop dat de toelatingscriteria voor de Wlz anders zijn dan in de AWBZ. Wie toegang wil krijgen tot de Wlz, moet een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid hebben.