Demissionair minister Conny Helder gebruikte deze week één van haar laatste brieven aan de Tweede Kamer om weer een tegenslag voor de cliëntprofielen te melden. Of de cliëntprofielen nu dan echt helemaal van de baan zijn, is niet duidelijk. Als basis voor de bekostiging van de wijkverpleging zijn ze echter weer verder uit zicht.
Zorg voorspellen
Over het gebruik van cliëntprofielen, die de zorgbehoefte beschrijven, als basis voor bekostiging van de wijkverpleging is al jaren discussie. Bekostiging op basis van cliëntprofielen moest een vervanging worden van de huidige bekostiging op basis van prijs en zorgvolume. Cliëntprofielen moesten het mogelijk maken om beter te voorspellen hoeveel zorg iemand nodig heeft. Het grootste bezwaar van de tegenstanders was dat zorg lastig te voorspellen is en dat wijkverpleegkundigen nu al in staat zijn om passende indicaties te stellen in de praktijk.
Verplichting stuit op Kamermotie
Ondanks de bezwaren uit het zorgveld beoogden de NZa en VWS om de cliëntprofielen, na een experiment met een beperkt aantal zorgaanbieders, verplicht te stellen per 2025. Deze verplichting stuitte dit jaar op motie van de Kamer en was dus al van de baan. De NZa heeft vervolgens de landsadvocaat gevraagd wat de gevolgen zouden zijn van het wegvallen van deze verplichting voor de zorgaanbieders die meedoen met het experiment met de cliëntprofielen.
Beroepsgeheim
Hieruit blijkt dat het wegvallen van de verplichte registratie grote gevolgen heeft voor het vervolg van het experiment. Het wegvallen van de wettelijke verplichting leidt er namelijk toe dat aanbieders van wijkverpleging hun medisch beroepsgeheim niet mogen doorbreken door de cliëntprofielen te registreren en aan te leveren. Aanbieders van wijkverpleging mogen dus niet declareren op basis van cliëntprofielen, ook niet in het kader van het experiment van de NZa.
Experiment gaat door
Ondanks deze conclusie van de landsadvocaat, wil Helder nog niet helemaal afscheid nemen van het experiment met de cliëntprofielen. De cliëntprofielen mogen weliswaar niet gebruikt worden om te declareren, maar wel om zorg te bepalen. “Het is noodzakelijk om het experiment binnen de wijkverpleging dusdanig te wijzigen, dat registratie en aanleveren van cliëntprofielen aan de NZa niet langer onderdeel is van het experiment”, erkent Helder. “Het experiment, waarvan ook integrale prestaties voor verpleging en verzorging deel uitmaken, wordt wel vervolgd, maar dus zonder de mogelijkheid om cliëntprofielen te registreren en declareren binnen het experiment. Het vrijwillig blijven werken met cliëntprofielen door zorgaanbieders ten behoeve van bijvoorbeeld het bepalen van de te leveren zorg blijft mogelijk.”
Helder laat het experiment verder ongewijzigd voortgaan. “Dit doe ik om mijn ambtsopvolger de tijd en ruimte te bieden om tot een weloverwogen besluit te komen over het vervolg en de invulling van het experiment”, aldus de inmiddels oud-minister.
Yiannis.
Ja, het is zo verleidelijk: Kosten voorspellen op grond van een beperkt aantal parameters. En verzekeraars doen dat toch ook wat betreft de verevening van hun zorgkosten ?
Het verschil zit hem in het feit dat verzekeraars veel verzekerden hebben. En de verevening werkt, maar nog steeds beperkt (slechts 22 procent verklaarde variantie) omdat de dus grote niet-verklaarde variantie wordt verrekend over grote groepen verzekerden. En zichzelf dus zo weer ‘middelt’. Een zorgaanbieder heeft deze mogelijkheid gezien het veel kleinere aantal cliënten niet en moet het dus gewoon van de feitelijke situatie hebben om de werkelijke zorgkosten in kaart te brengen.
Peter Koopman
De cliëntprofielen, die te persoonlijk worden, schenden bij openbaar maken het verpleegkundig beroepsgeheim, zo stelt de landsadvocaat !
Professioneel zouden, naar mijn mening, cliëntprofielen wel intern gebruikt kunnen worden ter vakmatige ( indicatieve) onderbouwing van de, door/namens cliënten bij hun zorgverzekeraar ( zorgkantoor ) in te dienen neutraal formulier ter gewenste bekostiging van hun ( thuis/wijk-) verpleging en verzorging, mits niet te omslachtig en lastig ( administratief) voor de betreffende erkende indicerende beroepsbeoefenaar, toch?
De cliënt (na bekostiging pas “patiënt”?) moet ( eventueel met hulp ) de bekostiging regelen. De betreffende zorgorganisatie ( thuiszorg ) kan de cliënt hierbij behulpzaam zijn, maar ook daarbinnen geldt dat alleen de direct bij de realisatie van thuisverpleging betrokken zorgprofessionals de persoonlijke informatie mogen ( en moeten ) kennen, zo luidt ook het beroepsgeheim.
Dus interne administratief medewerkers hebben/krijgen dezelfde informatie als zorgverzekeraars.
J Vandenberg
Het lijkt zeer zinvol. De gebouwen waar facilitaire medewerkers zich buigen over zorgvragen en patientenprofielen of clientprofiel groeien en groeien.
Met goed bedoeld en veelal onzinnig en veel overbodig werk wordt deze divisie groter en groter. Met man en macht wordt belastinggeld/ zorggeld weggesluist van de patient. De verzorgende of verpleegkundigen zijn in toenemende mate onvoldoende opgeleid. Onderwijskundig wordt flater op flater geslagen. De zuster en broeder wordt de opleiding in gelokt onder valse voorwenselen. Ja onderzoek en management is het keyword. Beide komen vrijwel niet uit en de patient heeft vaker en vaker het nakijken.
Wie kan ingrijpen want de vacatures, de wachtlijsten en de bezigheidstherapie van de ondersteunende diensten zijn nogal illustratief.
Ook bij de huisarts zien we middeleeuwse taferelen.
Ik wens de verantwoordelijk minister veel succes.