dice
Een miljoen euro verlies, torenhoge overheadkosten, ‘dubbele’ zorg en ondoorzichtige processen, het West-Brabantse initiatief voor specialistische thuiszorg Ookthuis staat er na een jaar na oprichting beroerd voor. Oprichters Tante Louise en TBW wijten de situatie aan onvoorziene tegenvallers, maar blijkens een interne rapportage heeft ook het management steken laten vallen.
Hoe kunnen ouderen met een complexe of meervoudige zorgvraag zo goed mogelijk thuis worden geholpen? Dat was de vraag die TWB uit Roosendaal en Tante Louise in Bergen op Zoom zich vorig jaar stelden. Een prangende vraag, gezien alle alarmerende berichten over ouderen die onnodig in het ziekenhuis belanden of het helemaal zonder zorg moeten doen.
Voor TWB en Tante Louise reden om in juli vorig jaar een nieuwe thuiszorg-BV op te richten: Ookthuis. De organisatie levert met zo’n honderd mensen in dienst specialistische thuiszorg in heel West-Brabant, met gespecialiseerde verpleegkundigen die zorg thuis kunnen leveren waarvoor mensen tot voor kort in het ziekenhuis moesten blijven. Daarnaast worden in het bedrijf fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten en casemanagers dementie ondergebracht, allemaal vanuit de gedachte een compleet zorgpakket te kunnen leveren dat bijdraagt aan ‘de zelfregie en de kwaliteit van het leven van cliënten’. Een veelbelovend initiatief, waarmee de betrokken partijen de ziekenhuiszorg in West-Brabant willen ontlasten en moderniseren.
Interne analyse
De nieuwe aanpak moet uiteindelijk ook leiden tot kostenbesparingen, door het verplaatsen van zorg van het (dure) ziekenhuis naar de (goedkopere) thuiszorg. Gezien de penibele financiële situatie waarin Ookthuis verkeert kan het deze ambitieuze doelstelling voorlopig niet waarmaken. Er is een verlies geleden van zeker meer dan een miljoen euro, bij een omzet van zo’n vijf miljoen euro. De medewerkers die er werkten zijn ondertussen weer in loondienst bij hun oude werkgevers (TWB en Tante Louise).
De bedoeling was dat de organisatie zich in drie jaar zou ontwikkelen tot een financieel stabiele organisatie. Over het eerste jaar was een aanloopverlies van enkele tonnen ingecalculeerd. Maar toen bleek dat alleen over 2016 al 810.000 euro verlies was geleden, werd de stormbal gehesen en een interne analyse uitgevoerd, die in mei verscheen en in handen is van auteur dezes.
Onvoorzien
De grootste financiële struikelblokken zijn blijkens de rapportage de reiskosten van de zorgprofessionals, die in de praktijk veel hoger zijn dan begroot zonder dat ze door de verzekeraar worden vergoed, en de ICT-kosten. Ook is er blijkens de rapportage de nodige nieuwe apparatuur, zoals telefoons en tablets, uitgedeeld. Eén en ander maakt dat de indirecte kosten bij Ookthuis uitkomen op 28 procent tegen een landelijk gemiddelde in de thuiszorg van 16,4 procent.
Volgens Tom van den Akker, directeur Bedrijfsvoering bij een van de twee moederorganisaties, waren deze tegenvallers bij het opstellen van het businessplan niet te voorzien. “Een aantal dingen konden we niet weten. Zo is de hoeveelheid reistijd serieus tegengevallen en blijken veel van de specialistische medische handelingen die we uitvoeren veel korter tijd in beslag te nemen dan voorspeld. Was er een indicatie voor 40 minuten, dan bleek het verpleegkundig team in 5 minuten klaar te zijn. Dat betekende dan bijvoorbeeld 30 minuten heen rijden en 30 minuten terug en daartegenover stond 5 minuten declareerbare zorg. Op die manier ga je het gewoon niet redden.”
Naast de hoge reiskosten moest Ookthuis hoge licentiekosten betalen voor ICT, meer dan twee ton in het eerste jaar. “Al onze cliënten stonden in de systemen van TWB of van Tante Louise”, reageert Van den Akker. “Om een werkbare situatie te creëren moesten we die onderbrengen in één nieuwe database, maar daar konden mensen op locatie vaak weer niet bij. In die gevallen moesten we dan weer inloggen bij Tante Louise, wat weer licentiekosten met zich meebracht. Een ongelukkige situatie, waarvoor we een oplossing aan het bedenken zijn.”
Geen visie
In de rapportage is ook kritiek op het management te lezen. Activiteiten die worden ondernomen hebben te veel tijd nodig omdat besluitvorming uitblijft. Het secretariaat van de nieuwbakken organisatie blijkt driekwart jaar na oprichting nog niet op de hoogte te zijn van alle werkprocessen. Er is sprake van ‘dubbele zorg’ bij cliënten die nog bij één van de moederorganisaties geregistreerd staan. En essentiële zaken als een missie, een visie en concrete doelstellingen blijken niet geformuleerd.
Bekostigingsprobleem
Toch is het Ookthuis-verhaal volgens Van den Akker “in de basis een bekostigingsprobleem”. “Het komt erop neer dat wij op geen van de producten die Ookthuis aanbiedt geld hebben kunnen verdienen, omdat we onvoldoende konden declareren bij de verzekeraar. Al hadden we hier het allerbest denkbare management team op gezet, dan was dit toch zo gelopen.”
Voorlopig wordt de BV Ookthuis in leven gehouden en wordt de specialistische thuiszorg nog altijd onder die vlag geleverd. De professionals die bij Ookthuis in dienst waren, komen terug in loondienst bij de twee moederorganisaties, evenals het management. Van den Akker: “Daardoor minimaliseren we op korte termijn de verliezen, want we gaan door met het leveren van deze zorg. In onze ogen is het toch waar we heen moeten. Maar we zullen de ICT-situatie beter moeten inrichten en vooral in onderhandeling moeten met de zorgverzekeraar en het ziekenhuis over wat de consequenties van substitutie van zorg vanuit de tweede lijn moeten zijn voor de financiering.”
Daarnaast beraden TWB en Tante Louise zich op wijzigingen in de managementstructuur van Ookthuis. De positie van Ookthuis-directeur Hans Biezemans, die als directeur bij Tante Louise zo’n derde van zijn tijd aan het eerste jaar van Ookthuis besteedde, staat daarbij volgens Van den Akker niet ter discussie.