De organisatie en bekostiging van de acute zorg moet stevig op de schop. De huidige capaciteit wordt niet optimaal benut en er zijn grote problemen zoals een groeiende zorgvraag en personeelstekort. “Als we naar het acute zorglandschap kijken zien we een aantal vraagstukken: het is soms te druk of juist te stil, het is onvoldoende duidelijk waar je heen moet, er wordt te weinig integraal samengewerkt en het is moeilijk om steeds voldoende zorgprofessionals te vinden”, schrijft het ministerie van VWS in de houtskoolschets acute zorg die begin juli is verschenen.
Houtskoolschets acute zorg
Volgens de analyse komen in de huidige organisatie van de spoedzorg te veel mensen met eenvoudige klachten op de spoedeisende hulpposten (SEH) het ziekenhuis in. Dat maakt de zorg onnodig duur. Ook de kwaliteit van de spoedzorg is niet overal geborgd. Vooral kleine ziekenhuizen slagen er niet in om buiten kantoortijden voldoende deskundig personeel op de SEH te hebben. De oplossingsrichting van de houtskoolschets stuit echter op breed verzet bij veldpartijen. Ze zien het als opmaat naar een forse reductie van het aantal ziekenhuizen met een volwaardige SEH.
Halvering SEH’s
Het terugdringen van het aantal ziekenhuizen met een volwaardige SEH wordt niet expliciet genoemd als doel in de houtskoolschets, maar valt er wel uit af te leiden. Het discussiestuk maakt een onderscheid tussen hoogcomplexe acute zorg en laagcomplexe acute zorg. De grote bulk aan laagcomplexe zorg wil VWS laten doen door nieuw op te richten integrale spoedposten. De nabijheid van een ziekenhuis met OK, IC en opnamefaciliteiten is niet vereist voor een integrale spoedpost. Het zijn in feite huisartsenposten (HAP’s) die zijn opgeplust met faciliteiten voor laboratoria- en eenvoudig röntgenonderzoek. De hoogcomplexe acute zorg gaat naar SEH’s met een dottercentrum. Daarvan zijn er dertig in Nederland. Als de plannen realiteit worden, gaat het aantal ziekenhuizen met een volwaardige SEH terug van 86 naar circa 30 tot 40.
Verzet tegen concentratie
Dit toekomstbeeld stuit op breed verzet, blijkt uit de ruim negentig reacties op het consultatiedocument. Burgemeesters in 28 kleinere gemeenten hebben in oktober een brief gestuurd om hun zorgen te uiten over het verdwijnen van SEH’s. Dat holt de ziekenhuizen uit tot poliklinieken. Burgers in landelijke gebieden zullen veel verder moeten reizen om in een volwaardige ziekenhuizen te komen. De brief van de burgemeesters leidt tot verhitte discussies in gemeenteraden. Zo vreest de gemeenteraad in Gorinchem dat de SEH van het Beatrixziekenhuis de deuren zal sluiten. In diverse gemeenten, zoals in Weert en Gorinchem, organiseren bezorgde burgers petities. Ook cliëntenraden van ziekenhuizen laten van zich horen. De cliëntenraad van het Langeland Ziekenhuis in Zoetermeer vreest dat ouderen de dupe worden van het verdwijnen van de SEH doordat ze later een beroep zullen doen op acute zorg als ze verder moeten reizen.
SEH-artsen
SEH-artsen verwerpen de halvering van het aantal SEH’s. Ze vrezen dat veel patiënten met ernstige acute klachten op de verkeerde spoedpost voor eenvoudige acute zorg zullen komen. “Dat is potentieel levensbedreigend”, zei SEH-arts David Baden, bestuurslid NVSHA, eerder in een interview met Zorgvisie.
Federatie
Ook de Federatie Medisch Specialisten wil het huidige systeem van acute zorg liever niet rigoureus op de schop nemen. “De uitwerking van de houtskoolschets valt of staat bij het goed en gezamenlijk met veldpartijen kunnen definiëren welke zorg geleverd kan worden op een spoedpost en wat dan dus de minimale faciliteiten zouden moeten zijn en welke deskundigheid van zorgprofessionals nodig is.” Dat schrijft de Federatie in een concept-reactie, in handen van de redactie van Skipr. Een ‘stand-alone’ spoedpost heeft beperkingen. Het is niet mogelijk om de laagcomplexe radiologie kosteneffectief en volgens de kwaliteitsrichtlijnen te organiseren. Voor de beoordeling van echo’s moet een radioloog of cardioloog op locatie zijn.
Algemene ziekenhuizen
Ook in algemene ziekenhuizen is er bezorgdheid. Ze vinden een rigoureuze herinrichting van de acute zorg niet verstandig. Ze vinden het beter om verbeteringen binnen het bestaande systeem te realiseren. Dat is fijnmazig en goed georganiseerd. Juist de coronacrisis toont het belang aan van SEH’s die verbonden zijn met een ziekenhuis dat is uitgerust met een volwaardige IC en OK. “De beoogde centraliseringstrend voor basis medische specialistische spoedzorg brengt geen kwaliteitsverbetering en geen kostenverlaging met zich mee”, zei ziekenhuisbestuurder Inge de Wit van SGJ Weert in een interview Zorgvisie eind september.
Henk Handlogten
Misschien is het goed te leren van en te kijken naar de recente geschie-denis van de opvang van patiënten op SEH’ s en waarom er met stoom en kokend water een opleiding moest komen om artsen op te leiden tot Spoedeisende Hulp Arts.
Doel: Geen op voorhand volwaardige chirurgen, orthopeden of internisten meer op de SEH, maar SEH-artsen. Niets ten nadele van de SEH-arts, lijkt me dit eerder een door omstandigheden afgedwongen efficiencymaatregel en zeker geen kwaliteitsverbetering. Daar zou het wél over moeten gaan.
Oorzaken: het te kort aan beschikbare medisch specialisten, de hoge werk- en regeldruk elders in het ziekenhuis, de toegenomen complexi-teit, onvoorspelbaarheid (hollen en stilstaan), niet iedere patient blijkt een spoed patiënt (draaideur), de druk op productie en bedden, en daardoor te snel ontslaan van patiënten, waarvan een deel weer op de SEH terugkomt.
Kortom: omdat medisch specialisten maar op één plek tegelijk kunnen zijn, ontstaat de problematiek.
Zie hier een voorbeeld van alsmaar evoluerende geneeskunde (we kunnen zoveel) terwijl de grenzen van het ‘krappe’ en organisatorisch verdeelde zorg-systeem al lang zijn bereikt.
Mijn aanbeveling zou zijn om de concentratie van o.a SEH’s en wellicht nog andere ‘dure’ ziekenhuisvoorzieningen te plaatsen in het licht van het herontwerpen, digitalisering en positionering van het totale ziekenhuismodel in regionale ketens, netwerken, ziekenhuiszorg thuis.
nldebestezorgterwereld.nl
Peter Koopman
Spoedeisende zorg begint bij deskundige eerste hulp en vervolgens bij deskundig vervoer. De ambulanceverpleegkundige wordt -ook qua organisatieaspect- niet geraadpleegd in deze! Ook de ambulancechauffeur ( onterecht betaald via taxi-cao ) speelt hier een rol. Een plaatsing van deze functies onder gemeentelijke/regionale overheden lijkt meer passend dan het huidig geprivatiseerde “vergunningenspel”. Ook de spoedzorg in de GGZ ontbreekt in deze afstandelijke beleidsoverweging. Kortom zet inhoudelijk deskundigen bijeen onder het motto vorm volgt inhoud en niet andersom!