AppleMark
De toenemende concentratie van ziekenhuizen en zorgverzekeraars brengt risico’s met zich mee voor de toegankelijkheid van zorg. Zo ontbreken er garanties voor hoog-complexe, laagvolume medisch-specialistische zorg en bestaat er in dunbevolkte gebieden weinig alternatief aanbod. Dit kan met name in geval van een faillissement voor problemen zorgen.
Dit constateert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in een risicoverkenning van eventuele faillissementen van ziekenhuizen en verzekeraars. De kans hierop is volgens de NZa zeer beperkt. Maar hoe beperkt ook, marktconcentraties kennen wel degelijk risico’s. Naast die rond hoog-complexe zorg en zorg in dunbevolkte gebieden, zijn er nog twee risico’s: bij een faillissement van een verzekeraar kunnen grote aantallen verzekerden een tijd onverzekerd zijn en bij het faillissement van een regionaal dominante verzekeraar kunnen mogelijke liquiditeitsproblemen bij zorgaanbieders ontstaan.
Fysieke toegankelijkheid
Wat betreft de fysieke toegankelijkheid van zorg levert een faillissement geen problemen op voor de continuïteit van acute basiszorg. De meeste basiszorg kan namelijk door andere instellingen worden opgevangen en consumenten hebben binnen een half uur extra reistijd vaak meerdere alternatieven. Het overheidsbeleid voorziet in interventie bij cruciale zorg, waaronder de Spoedeisende Hulp en de acute verloskunde vallen. Dit geldt echter niet voor hoog-complexe zorg. Het aantal aanbieders daarvan is sowieso al beperkt en er zijn niet veel uitwijkmogelijkheden naar andere aanbieders in de regio omdat die vaak niet beschikken over de vereiste infrastructuur, oftewel: expertise en materieel. Een voorbeeld van deze zorg is kinderoncologie.
Uit het NZa-onderzoek blijkt dat er een tendens is naar toenemende concentratie van medisch-specialistische zorg. Er lijkt sprake te zijn van een ‘spiraalwerking’, waarbij aanbieders fuseren als reactie op de concentratie bij verzekeraars. Ziekenhuizen willen hun zorgvolumes vergroten, onder meer vanwege zorginhoudelijke redenen. Daarnaast willen zij tegenwicht kunnen bieden aan zorgverzekeraars. Als gevolg hiervan blijven steeds minder zorgaanbieders over.
Perifere regio’s
Het knelpunt in sommige dunbevolkte, perifere regio’s is een gevolg van het feit dat er één dominante verzekeraar is. Dit leidt er volgens de NZa toe dat verzekeraars en aanbieders vrijwel onmisbaar voor elkaar zijn geworden. “Dit betekent een belemmering voor de selectieve contractering en de keuzemogelijkheden van consumenten voor een zorgaanbieder en/of polis. Bovendien veroorzaakt het wegvallen van een verzekeraar of ziekenhuis in een dergelijke situatie vraagstukken met betrekking tot de toegankelijkheid van zorg in een regio.” Bij ieder faillissement is het dus van belang dat zorgverzekeraars en overheid aandacht hebben voor de toegankelijkheid van complexe zorg.
De NZa constateert in de Zorgverzekeringswet het ontbreken van een opvang van verzekerden na faillissement. “Immers, als een verzekeraar wegvalt, zijn enkele honderdduizenden (bij de kleinste verzekeraars) tot zo’n vijf miljoen (bij de grootste verzekeraars) consumenten van de ene op de andere dag onverzekerd.” Zij zijn verplicht om een andere verzekering te nemen. Bij het acuut onverzekerd raken van alle verzekerden van een verzekeraar is niet uit te sluiten dat een klein deel van hen geruime tijd onverzekerd is. Een heel klein percentage op de hele grote aantallen waar het om gaat, leidt volgens de Zorgautoriteit in absolute zin tot grote aantallen onverzekerden.
Mensen zonder verzekering worden erg belemmerd bij de toegang tot zorg, zeker de duurdere vormen van medisch specialistische zorg. Ook zorgaanbieders worden getroffen, aldus de NZa, “enerzijds vanwege vraaguitval en anderzijds vanwege een verhoogd debiteurenrisico en hogere kosten als ze aan individuele consumenten moeten factureren”.