Nu het aantal COVID-patiënten op de intensive care gestaag daalt, komt er volgens voorzitter Ernst Kuipers van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) weer ruimte voor planbare acute zorg. Als de huidige daling doorzet is er naar verwachting over 6 tot 8 weken weer sprake van een normale belasting van de IC’s.
“Er zijn nu mensen die eigenlijk niet meer kunnen wachten op een operatie”, stelt Kuipers. “Nu het aantal COVID-patiënten naar beneden gaat wil je de gelegenheid te baat nemen om een deel van die overige zorg op te vangen. Waar wij naar streven is dat patiënten ongeacht hun woonplaats op dezelfde wijze met dezelfde wachttijd toegang hebben tot ziekenhuiszorg. Dat kan door COVID-zorg zoveel mogelijk gelijkelijk over de regio’s te verdelen.”
Level playing field
Directeur Bas Leerink spreekt in dit verband van een level playing field, dat er voor moet zorgen dat alle ziekenhuizen zowel een evenredige bijdrage leveren aan de behandeling van COVID-patiënten als ook de ruimte krijgen om weer reguliere zorg te gaan bieden. “Om het systeem bij de huidige patiëntaantallen te balanceren verwachten wij dat er nog zo’n 50 tot 60 -bij voorkeur nieuwe- patiënten naar een andere regio verplaatst zouden moeten worden. Het gaat dus niet om enorme aantallen. Maar het is voor alle regio’s belangrijk om te weten en te voelen dat iedereen zijn steentje bijdraagt.”
Primaat
De logistieke ondersteuning bij de herstart van de reguliere zorg kan de indruk wekken dat het LCPS de landelijke planning van de gehele ziekenhuiszorg in handen heeft genomen. Een misverstand, aldus Leerink. “Het opstarten van de reguliere zorg is niet aan ons, daar heeft de NZa het primaat. Wat we wel hebben gedaan is een plan maken dat er voor zorgt dat alle ROAZ-regio’s de komende tijd bij een dalend aantal patiënten op de IC dezelfde last voor COVID-patiënt blijven dragen, zodat alle regio’s ook niet-COVID-zorg kunnen gaan doen.”
Spreiding versus concentratie
Rijst de vraag of het gezien het specialistische karakter van COVID-zorg niet beter is om deze zorg juist te concentreren nu de patiëntaantallen dalen in plaats van te spreiden. Wat Kuipers betreft moeten zulke beslissingen regionaal genomen worden. “Binnen een regio kun je in onderling overleg besluiten dat het ene ziekenhuis eerder weer terug gaat naar een normale situatie dan het andere. Sommige ziekenhuizen hebben de postoperatieve uitslaap gebruikt om extra IC-bedden te creëren. Dat zit het herstarten van operaties in de weg. Je kunt zeggen: laat zo’n unit maar als eerste afschalen, want dan kan men daar weer beginnen met operaties. Een ander ziekenhuis kan weer de normale verpleegafdeling hebben gebruikt om IC-capaciteit te creëren. Die kun je wat langer in de lucht houden.”
Complexe zorg
Naast dit soort praktische logistieke beslommeringen kunnen ook andere overwegingen een rol spelen. Kuipers wijst er in dit verband op dat een belangrijk deel van complexe zorg zoals oncologische chirurgie in de grotere ziekenhuizen plaats vindt. Vanwege deze cruciale rol bij de herstart van de planbare acute zorg, hebben deze ziekenhuizen een goed argument voor de afbouw van COVID-zorg.
Getalletjes
Het zijn dit soort lastige afwegingen die er toe hebben geleid dat Leerink het model nog niet heeft kunnen presenteren, zoals hij op 15 april wel dacht te kunnen doen. “Iedereen is het eens met de uitgangspunten, maar het plan moet landen. Als je zorg gaat verschuiven moet iedereen het met de getalletjes eens zijn. Dat is ingewikkeld, want het heeft gelijk ook weer met financiering te maken.”
Daarom, zo verzekert Leerink, “willen we dat ook hier niet landelijk gaan zitten bepalen. De regio’s moeten de kans hebben het gesprek aan te gaan en dat gebeurt ook.”
Lucht
Leerink verwacht het model deze week te kunnen presenteren. Hoe de opstart van de acute planbare zorg verder ook verloopt, wat Kuipers is een flexibele aanpak ene harde voorwaarde. “De IC-bezetting is nog altijd 200 procent van normaal. Als we de maatregelen zouden versoepelen, moeten we rekening houden met een toename van het aantal nieuwe infecties. Dat mag maar in beperkte mate, want als je op 200 procent zit kun je maar beperkt een nieuwe piek opvangen. Alleen als het aantal IC-patiënten in hetzelfde tempo omlaag blijft gaan, hebben we lucht om andere dingen te doen én eventueel een nieuwe piek op te vangen.”