“De academische werkplaats beoogt de werking van het zorgstelsel in Nederland te verbeteren, zodat het zorgstelsel (nog) beter de publieke doelen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg dien”, is te lezen op website van Tilburg University.
Ideologie versus effectiviteit
Joël Gijzen bestuurder bij CZ zegt: “Debatten over keuzes in de zorg en ons zorgstelsel worden vaak gedomineerd door theoretische concepten of ideologische beelden. Een groot risico is dat de effectiviteit daarbij uit het oog wordt verloren. Met de academische samenwerking willen we toewerken naar objectieve en wetenschappelijke inzichten. Bewezen inzichten kunnen een belangrijke bijdrage leveren voor politieke besluitvorming. Op die manier kunnen we ook voor de toekomst onze positie als een van de beste zorgstelsels ter wereld behouden.”
Declaratiedata
Het nieuwe kennisinstituut heeft een promovendus aangesteld, in dienst van CZ en onder begeleiding van een hoogleraar van Tilburg University. Komende jaren zal er ook jaarlijks een masterstudent Economics een traineeship volgen aan het kennisinstituut. Ook andere onderzoekers en promovendi zullen werken aan het kennisinstituut. Zij kunnen gebruik maken van de praktijkkennis en expertise van CZ en van de geanonimiseerde declaratiedata van de verzekeraar.
Principe onderzoek
Het kennisinstituut gaat geen beleidsevaluaties doen, maar kijken naar de principes en kaders van het stelsel. “Door de ervaring en knowhow van CZ te combineren met de expertise van Tilburg University op het gebied van gezondheid en markteconomie ontstaat een uniek startpunt om de Nederlandse en andere zorgstelsels te evalueren en te verbeteren”, aldus professor Jan Boone, een van de leden uit de stuurgroep.
hmcmanagement
Een mooi initiatief van CZ i.s.m. Tilburg Universiteit dat hopelijk op echt wetenschappelijke wijze, d.w.z. niet politiek gestuurd, het huidige stelsel en de toepassing in de praktijk bloot legt. Of dat gaat gebeuren waag ik te betwijfelen. Immers, CZ en de overige zorgverzekeraars benutten volop de marktmacht die hen sinds 2006 door de rijksoverheid is toegekend. Een recent voorbeeld is het de nek omdraaien van echt onderhandelen met de contracteerorganisaties van apotheken door het dicteren van een uniforme basisovereenkomst. Alleen over een zeer beperkt aanvullend deel van de farmaceutische zorgverlening kan nog worden onderhandeld. En zelfs dat deel komt in de komende jaren te vervallen. CZ heeft ook het maximum van 550 gesteld aan het aantal apotheken dat door 1 contractorganisatie mag worden vertegenwoordigd. 550 Apotheken is een landelijk marktaandeel van ca. 27,5 procent. Een hoger marktaandeel mag dus niet in de ogen van CZ. Zorgverzekeraars mogen echter wel een hoger marktaandeel hebben! Deze ‘markt’ is duidelijk uit balans ten nadele van de farmaceutische zorgverleners en uiteindelijk ook ten nadele van de zorgcliënten als gevolg van verschraling van het zorg verlenend aanbod. Het zou mooi zijn als CZ de moed heeft met hulp van de Tilburg Universiteit in de spiegel te kijken en vervolgens de balans in evenwicht te brengen.
Hans Hof, Profs4Zorg