Daarnaast moet er een arts worden betrokken in het proces, die de begeleider inlicht over de medische situatie van de betrokkene. Met deze twee vernieuwingen hoopt D66 het wetsvoorstel nu wel door de Tweede Kamer te krijgen. D66’er Anne-Marijke Podt zal het wetsvoorstel dinsdag 7 november indienen.
‘Voltooid leven’
Al in 2020 deed haar inmiddels vertrokken partijgenote Pia Dijkstra een poging met een eerste voorstel. Dat deed direct een hoop maatschappelijke discussie oplaaien, evenals grote irritatie in de coalitie van destijds. De coalitiepartners ChristenUnie en CDA verzetten zich fel tegen actieve levensbeëindiging, omdat in hun overtuiging het leven in handen ligt van God en niet van de mens.
Raad van State
Podt heeft de wijzigingen aangebracht na kritiek van de Raad van State op het voorstel. De partij creëert met de levenseindebegeleider een nieuw beroep. Deze persoon krijgt een spilfunctie in het traject: zo toetst deze begeleider of de wens en het verzoek om te sterven “een weloverwogen, vrijwillig en duurzaam karakter heeft”. Daarvoor worden in zes maanden tijd minimaal drie gesprekken gevoerd. Uitbreiding daarvan is altijd mogelijk. Aanvankelijk dacht D66 aan een traject van minimaal twee maanden en twee gesprekken.
Euthanasie
In de hele procedure moet aan negen zorgvuldigheidseisen zijn voldaan. Die gaan ook over de voltrekking van het levenseinde. In het nieuwe wetsvoorstel gaat het alleen om hulp bij zelfdoding. De begeleider haalt de middelen op bij de apotheek waarna de betrokkene zelf de middelen inneemt. Het verschil met de euthanasiewet is dat het daarbij ook mogelijk is dat een arts de patiënt een dodelijk medicijn toedient. (anp)