Sluiting van voorzieningen, reorganisaties en bezuinigingen op vervoerskosten zetten de beschikbaarheid en kwaliteit van dagbesteding in de gehandicaptenzorg sterk onder druk. Door de lagere tarieven blijkt de Wmo veelal geen alternatief. Dat constateert belangenvereniging Ieder(in).
Samen met cliëntenorganisaties KansPlus en het LSR heeft Ieder(in) kwalitatief onderzoek gedaan naar ervaringen bij de zoektocht naar passende Wlz-dagbesteding. Aan dit onderzoek ‘Zelf je dagbesteding kiezen in de Wet Langdurige zorg (Wlz). Gaat dat goed?’ werkten 100 mensen met een beperking mee en hun familie. Hun ervaringen over dagbesteding en de weg daar naar toe zijn geanalyseerd. Tot de doelgroep behoren mensen met een verstandelijke, zintuiglijke en/of lichamelijke beperking, inclusief mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH).
Eigen keuze?
Meer dan de helft van de mensen geeft aan dat zij van dagbesteding moesten veranderen, omdat het aanbod van de zorgaanbieder veranderde. Denk hierbij aan het sluiten van voorzieningen, reorganisaties en minder geld voor vervoer. Voor deze groep mensen was meestal geen sprake van eigen keuze of enige inspraak. Voor veel van hen geldt dat de zorgaanbieder de nieuwe dagbesteding al had ingevuld zonder overleg.
Ongeveer een kwart van de mensen is positief over de nieuwe dagbesteding. Deze mensen konden actief en zelf voor de dagbesteding kiezen, hadden de ruimte om zich te oriënteren en een plek te kiezen die hen past.
Met name voor mensen met zware en/of meervoudige beperkingen is er weinig keuze. Zij zijn veelal afhankelijk van wat de woonvoorziening aanbiedt en moeten daar soms voor bijbetalen.
Gebrek aan variatie en kwaliteit
Decentralisaties in de wetgeving spelen een rol bij de veranderingen. Tarieven voor dagbesteding zijn in de meeste gemeenten lager dan in de langdurige zorg. Er zijn dagbestedinglocaties die zowel deelnemers via het zorgkantoor als via de gemeente hebben. Dit kan tot gevolg hebben dat de dagbesteding met meer mensen, maar minder geld vanuit de Wmo te maken krijgt. Er lijkt steeds meer een gebrek aan alternatieven en variatie in het aanbod. Ook zijn veel mensen van mening dat de kwaliteit van de oude dagbesteding beter was.
Zeggenschap en ‘leven lang leren’
Het aanbod verandert voor veel mensen niet op basis van vraag of behoefte van de zorggebruiker zelf. Een van de aanbevelingen van het onderzoek is dan ook om zeggenschap en eigen regie te bevorderen, ook bij dagbesteding. Daarvoor zou het zinvol zijn om de informatievoorziening rondom mogelijkheden in aanbod en wet- en regelgeving te verbeteren. En daarnaast de mogelijkheid van onafhankelijke cliëntondersteuning breder onder de aandacht brengen. Het vinden van passende dagbesteding en het bieden van permanente mogelijkheden tot ontwikkeling en persoonlijke groei zouden daarbij centraal moeten staan.
Om daadwerkelijk een kwaliteitsverbetering in gang te zetten, is het volgens het onderzoek dan ook van belang om cliëntenorganisaties te betrekken bij de beleidsontwikkeling.
Extra middelen beschikbaar knelpunten vervoer
Veel belemmeringen bij het vinden van passende dagbesteding zijn tot slot terug te voeren op knelpunten bij vervoer van en naar de dagbestedinglocatie. Voor deze vervoerskwesties komt een bedrag van 75 miljoen beschikbaar, die ingezet kunnen worden voor creatieve en flexibele oplossingen om het vervoer beter te regelen. Dit biedt perspectief, hoewel er ook signalen zijn dat de extra middelen deels teniet gedaan worden door hogere kosten.
Ook hierbij is het in ieder geval van belang om het cliëntenperspectief niet uit het oog te verliezen, wil je de dagbesteding daadwerkelijk laten aansluiten op de wensen en behoefte van zorggebruikers van nu en in de toekomst, aldus Ieder(in).