“Ten opzichte van 2010 is het aantal nieuwe diagnoses over 2022 met 67 procent gedaald, maar de snelheid van deze daling lijkt in recente jaren af te vlakken”, aldus de organisatie verder.
Bijna de helft (48 procent) van de diagnoses in 2020-2022 werd in een laat stadium gesteld, waardoor de kans op ziekenhuisopname en overlijden groter is. “Wanneer een hiv-diagnose tijdig wordt gesteld, kan ernstige gezondheidsschade worden voorkomen. Ook is de levensverwachting dan bijna gelijk aan die van mensen zonder hiv. Bovendien kan iemand die een hiv-behandeling krijgt het virus niet meer overdragen”, aldus Marc van der Valk, bestuurder van de stichting.
Kansen blijven liggen
“Te veel kansen blijven nu nog liggen om een einde te maken aan hiv”, vindt ook Aidsfonds-Soa Aids Nederland. “Zo is de daling van het aantal nieuwe hiv-infecties in de rest van Nederland beduidend minder dan in Amsterdam. En teveel mensen die een hiv-diagnose kregen, waren niet bekend met het preventiemiddel PrEP. “
Eind september bleek al dat aantal nieuwe hiv-infecties in Amsterdam tussen 2010 en 2022 was gedaald met maar liefst met 95 procent. Dat werd verklaard door samenwerking van gemeente, gezondheidsinstellingen, belangen- en zogenomede community-groepen en GGD, het gebruik van PrEP en het sneller vinden van acute infecties.
Virus onderdrukt
Eind 2022 waren er naar schatting 24.400 mensen met hiv in Nederland, van wie er 21.978 zijn begonnen met de behandeling met antiretrovirale middelen. Bij 96 procent van hen wordt het virus succesvol onderdrukt.
Het aantal sterfgevallen aan de gevolgen van aids wordt ‘stabiel’ genoemd. In 2021 waren het er zestien, in 2020 vijftien. (ANP)