Vrouwen die halsoverkop moeten vluchten voor hun gewelddadige partner kunnen niet altijd in een noodopvang terecht. Om ze toch uit hun gevaarlijke situatie te kunnen halen, worden er jaarlijks tientallen vrouwen in hotels ondergebracht, blijkt uit onderzoek van NOS op 3. Verantwoordelijk minister Hugo de Jonge gaat onderzoeken waar het misgaat en verwacht van gemeenten dat ze in actie komen.
Marleen van Eijndhoven, voorzitter van Het Landelijk Netwerk Vrouwenopvang, zegt dat er een grens is bereikt. “Het tekort aan opvangmogelijkheden leidt tot onverantwoorde veiligheidsrisico’s. Er moet nu landelijk iets gebeuren om de problematiek aan te pakken.”
Gemeenten moeten aan de bak
“Dit is niet goed”, erkent De Jonge. “Daar is echt werk aan de winkel.” Hij zegt al met de gemeenten en met de opvanginstellingen te hebben afgesproken dat ze in kaart gaan brengen “in welke gemeenten het precies knelt”. Als dat duidelijk is, “moeten gemeenten aan de bak, samen met woningcorporaties en de Federatie Opvang”. Zij hebben nu eenmaal de taak om voor voldoende opvangplaatsen te zorgen, onderstreept de minister.
12 duizend vrouwen
Jaarlijks maken ongeveer 12 duizend vrouwen in Nederland gebruik van de vrouwenopvang. Maar in sommige situaties loopt een vrouw zo’n groot gevaar, dat ze direct in veiligheid moet worden gebracht. Voor deze situaties zijn er dan noodbedden beschikbaar. Uit een rondgang langs twintig vrouwenopvanginstellingen blijkt nu dat deze bedden niet altijd vrij zijn. In Vlaardingen werden er dit jaar om die reden twaalf vrouwen uit veiligheidsoverwegingen ondergebracht in een hotel.
De Jonge begrijpt wel dat de vastgelopen woningmarkt ook het vinden van opvangplaatsen kan bemoeilijken. “Het is niet makkelijk om het vlot te trekken. Maar het moet en kan wel.” (ANP)