Vrijdag meldde het EMA, na verdere bestudering van het vaccin, dat de voordelen ervan opwegen tegen de nadelen voor alle volwassenen. Anders gezegd: het vaccin zal veel meer coronabesmettingen voorkomen dan bijwerkingen opleveren.
Momenteel worden AstraZeneca-prikken alleen gezet bij 60- tot 64-jarigen.
Optimaal interval
De Jonge verzoekt de Gezondheidsraad zich ook uit te buigen over het eventueel verkorten van de periode tussen de eerste en de tweede prik. De raad wordt naar “een optimaal interval” gevraagd.
Trombose
Het EMA concludeerde eerder wel dat een combinatie van bloedstolsels (trombose) en een laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) een zeer zeldzame bijwerking kan zijn van het vaccin. Maar de organisatie zei vrijdag dat de ernstige bijwerking naar schatting voorkomt bij 1 op de 100.000 gevaccineerde mensen. Nadelen van het vaccin werden eerder vooral geconstateerd bij vrouwen jonger dan 60 jaar. In Nederland zijn acht meldingen bekend. Bij vier van hen kwamen de bloedpropjes bij de longen terecht. Een vrouw is aan zo’n embolie overleden. Een andere vrouw kreeg ook een hersenbloeding. Het gaat om vrouwen tussen de 23 en 65 jaar.
1960 of eerder
Na een advies van de Gezondheidsraad besloot het kabinet het AstraZeneca-vaccin alleen aan te bieden aan mensen die zijn geboren in 1960 of eerder. De nadere studie levert volgens het EMA niet meer inzichten op wat betreft voordelen en risico’s ten aanzien van mannen en vrouwen. Wel is het duidelijk geworden dat de voordelen van prikken met AstraZeneca toenemen naarmate iemand ouder is en naarmate het aantal besmettingen groeit. Het EMA houdt vast aan het advies om de tweede dosis van het vaccin te geven vier tot twaalf weken nadat de eerste prik is gezet. (ANP)