Er is geen reden het voorstel voor de Wet toetreding zorgaanbieders aan te scherpen. Dat stelt minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) in antwoord op Kamervragen.
Van fraude verdachte bestuurders van zorgorganisaties zijn in de meeste gevallen al eerder met justitie in aanraking geweest, blijkt uit onderzoek van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). De uitkomst was voor Kamerleden Rutte en Hermans (beiden VVD) aanleiding minister Hugo de Jonge te vragen of de nieuwe Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) – momenteel in behandeling bij de Tweede Kamer – niet aangescherpt moet worden.
Nader onderzoek
De minister spreekt in de beantwoording van de Kamervragen zijn afschuw uit over de fraude, maar stelt dat het wetsvoorstel dit in de huidige vorm al voldoende tegengaat. Als een zorgbestuurder geen Verklaring omtrent gedrag (VOG) kan overleggen, kan de Wtza-vergunning geweigerd of ingetrokken worden. Bovendien kan er op grond van de Wet Bibob een onderzoek worden ingesteld en de resultaten daarvan kunnen ook reden zijn de vergunning te weigeren. Het IKZ komt binnenkort met een voorstel om de kwestie van de frauderende zorgbestuurders nader te onderzoeken.