“Sector is vergiet”
De Jonge reageert daarmee op de kritiek van de commissie Werken in de Zorg, die het ministerie adviseert over het personeelstekort in de zorg. Aan de ene kant komen er genoeg mensen bij, aldus de commissie, maar veel werknemers verlaten de sector enkele jaren later weer. De commissie vergelijkt de sector met een vergiet.
In 2018 werden “door de grote uitstroom de personeelstekorten niet opgelost. Dit beeld is sinds vorig jaar nauwelijks veranderd,” aldus de commissie.
Grote verschillen
Volgens De Jonge zijn er nog grote verschillen tussen werkgevers. “Je kan veel van elkaar leren.” Als voorbeelden noemt de minister “vaste contracten, professionele ontwikkeling, minder last van administratieve lasten. De ene werkgever is veel beter dan de andere”.
Zorgthuisnl
De minister moet misschien het rapport van Doekle Terpstra nogmaals lezen (en dan ook nog die van 2018). Een belangrijke oorzaak geeft het rapport aan, ligt in de wijze van financieren van de zorg. De gemeenten hebben geen geld meer voor de Wmo en indexeren de tarieven niet. Ook zijn contracten meestal maar voor 1 jaar; Lastig om daar je personeelsbeleid op in te richten. het volgend jaar ben je zo je contract kwijt of wordt de omvang je contract gehalveerd. En wat doe je dan met je personeel?
Bij de zorgverzekeraars is het nog erger. Niet alleen staan de tarieven en de budgetplafonds in geen verhouding tot de zorgvraag die bedient moet worden door de aanbieders, Maar wordt er ook nauwelijks geïndexeerd. In ieder geval wordt niet de ova (index) doorgegeven of die verdampt in alle afslagen die de verzekeraar vanuit de blackbox van doelmatigheid toepast. Het netto effect: loonkosten gaan omhoog en de tarieven volgen niet of op achterstand, waardoor de wig tussen inkomsten en uitgaven elk jaar groter wordt. En natuurlijk krijgen kleine aanbieders structureel lagere tarieven dan grote aanbieders voor het zelfde werk en de dezelfde Cao. Voor veel aanbieders ligt de marge rond de 0!
Maar het probleem met de financiering ligt ook in het ontbreken van vergoedingen voor stage en begeleiding. Laat staan voor allerlei andere investeringen zoals ICT en telecare die een bijdrage kunnen leveren aan het anders (beter) organiseren van de zorg. En aangezien het tijd kost om nieuwe medewerkers of stagiairs te begeleiden en in te werken en die tijd niet vergoed wordt door de verzekeraars wordt het probleem alleen maar groter en de sector voor arbeidsmarkt oninteressanter.
Maar het is voor een minister die vooral werkt aan “management by speech” en niet echt stuurt op het versterken van de sector natuurlijk het makkelijkst om naar de werkgevers te wijzen. Het is dezelfde minister die met droge ogen nieuwe wetgeving afkondigt die de administratieve lasten verder doet stijgen. Het is dezelfde minister die ziet dat in de wijkverpleging ca. 375 miljoen van het makrokader niet wordt uitgegeven en zich niet afvraagt of met dat geld misschien de tarieven omhoog hadden gekund; bijvoorbeeld naar het niveau ova voor 2020. Er staat immers ook in het hoofdlijnenakkoord dat de ova 1-op-1 wordt doorgegeven. Maar dan is de minister niet thuis en waarschijnlijk een vlog aan het maken.