De minister heeft op 20 januari 2020 een mondeling overleg met de Vaste Kamercommissie van de Eerste Kamer over de evaluatie van de hervorming van de langdurige zorg en de ontwikkelingen in het jeugdstelsel. In een brief aan de Eerste Kamer gaat minister De Jonge van VWS uitgebreid in op vragen van diverse politieke partijen over de effecten van het overhevelen van zorgtaken naar gemeenten. Deze hervorming van de langdurige zorg in 2015 ging gepaard met forse bezuinigingen. Het SCP concludeerde in een evaluatie in 2018 dat niet alle doelen van de decentralisatie zijn gehaald. Volgens het SCP zijn er signalen dat mensen thuis niet altijd de nodige of passende zorg krijgen, wat een risico oplevert voor overbelasting van mantelzorgers .
Besparing op Wmo
Wat heeft het Rijk feitelijk bespaard met de decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten, wil GroenLinks weten. De besparing op de huishoudelijke hulp was 465 miljoen euro in 2015, schrijft de minister in zijn brief. In 2016 en daarop volgende jaren bedroeg de besparing 610 miljoen euro. De besparing op de individuele begeleiding en dagbesteding in de Wmo liepen op van 654 miljoen euro in 2015 naar 733 miljoen euro in 2018. Bij elkaar opgeteld was het Rijk in 2015 1,1 miljard euro minder geld kwijt. In 2018 was de besparing ruim 1,3 miljard euro. Ondanks deze besparingen is de Wmo-bijdrage van het Rijk gestegen van 4,8 miljard euro in 2015 naar 5,1 miljard euro in 2018.
Zorgen over kwaliteit
De Eerste Kamer is bezorgd dat de kwaliteit van zorg door de bezuinigingen in het geding komt. Het CDA verwijst naar een lezing van de Inspecteur-generaal van de Inspectie van de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op het Skipr-congres Van ketenzorg naar netwerkzorg op 10 oktober. IGJ-topvrouw Ronnie van Diemen constateert dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten. Ze maakt zich zorgen over de kwaliteit van zorg voor kwetsbare ouderen in 38 gemeenten.
Geen noodzaak tot ingrijpen
Het CDA wil van de minister weten of hij de bevoegdheid heeft om bij die gemeenten in te grijpen. De minister antwoordt bevestigend, maar ziet nu geen noodzaak tot ingrijpen. Gemeenten hebben beleidsvrijheid. Ze mogen naar eigen inzicht en mogelijkheden oplossingen zoeken die passen bij de lokale omstandigheden. De Wmo 2015 bevat volgens de minister wettelijke waarborgen om ongewenste verschillen tussen gemeenten te voorkomen. De wet verplicht gemeenten om kwaliteitseisen te stellen aan de voorzieningen. Ze moeten in een beleidsplan aangeven hoe ze die kwaliteit bewaken.
Aanpassing zorgstelsel
De minister heeft ‘geen aanleiding om te veronderstellen dat de beschikbare budgetten van het Rijk ontoereikend waren’, schrijft de minister. De minister erkent wel dat er knelpunten zijn, maar daar wordt volgens hem hard aan gewerkt in het programma Langer Thuis. Een bijzonder aandachtspunt vormt de samenhang tussen de Wmo 2015, Wlz en ZVW. In de praktijk schuurt het op de overgang tussen de wettelijke stelsel. De minister gaat de Tweede Kamer in het voorjaar informeren over mogelijke aanpassingen van het zorgstelsel. Hij zal dan de eerder aangekondigde contourennota naar de Kamer sturen. Die zal vooral gaan over het vergroten van de samenhang in het organiseren van de in de regio en hoe partijen daarop kunnen worden aangesproken.