Respondenten kregen onder meer de keuze tussen drie fictieve medicijnen. Bijna zes op de tien kozen voor de optie die het beste werkt, maar het minst milieuvriendelijk is. Ruim een op de vijf koos juist voor de minst effectieve, maar meest milieuvriendelijke variant. Een ongeveer even grote groep zat daar tussenin en koos de optie die iets milieuvriendelijker is, maar ook iets minder goed werkt.
Grens
Voor de meeste mensen zit er dus een grens aan wat ze eventueel willen inleveren. Slechts 5,4 procent was het eens met de algemene stelling: “Ik wil de meest milieuvriendelijke zorg, ook als die niet het allerbeste is voor mijzelf.” Een veel grotere groep (37,5 procent) zou kiezen voor zorg die “behoorlijk goed” en “behoorlijk milieuvriendelijk” is, maar op beide punten niet het allerbeste. Een kleine meerderheid (57,1 procent) wil de beste zorg, ook als die niet het meest milieuvriendelijk is.
7 procent
De onderzoekers wijzen erop dat de gezondheidszorg in Nederland verantwoordelijk is voor zo’n 7 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. De zorg draagt zo bij aan klimaatverandering. Tegelijkertijd heeft klimaatverandering “een negatieve impact op de gezondheid van mensen”, voegen de onderzoekers eraan toe.
Bekend is bijvoorbeeld dat tijdens hittegolven meer mensen sterven. Als hittegolven door klimaatverandering vaker voorkomen, leidt dat dus tot meer sterfte. Het RIVM rekende in 2021 uit dat van alle sterfgevallen door hitte in Nederland 31 procent kan worden toegeschreven aan klimaatverandering. Dat waren toen zo’n 250 overlijdens per jaar. (ANP)