Mensen met dementie in een laagdrempelige dagbehandeling met mantelzorgondersteuning in de wijk vertonen minder gedrags- en stemmingsproblemen dan dementerenden die gebruik maken van traditionele dagbehandeling in het verpleeghuis. Dit blijkt uit onderzoek van gezondheidswetenschapper Marijke van Haeften-van Dijk, waarop zij op 13 promoveert aan de VU.
Mensen met dementie in de laagdrempelige dagbehandelingen zijn tevredener over de communicatie en luistervaardigheden van medewerkers, en over de sfeer en activiteiten. Ook mantelzorgers waarderen de communicatie en expertise van de medewerkers hoger, en zijn tevredener over de emotionele, sociale en praktische steun die zij ontvangen in de laagdrempelige dagbehandeling.
De promovenda heeft ook onderzocht hoe medewerkers de laagdrempelige dagbehandelingen waarderen. Na invoering van de laagdrempelige dagbehandeling is de tevredenheid over de leermogelijkheden afgenomen, er blijkt behoefte aan extra scholing, maar de tevredenheid van medewerkers over het werktempo is toegenomen. Van Haeften-van Dijk beveelt aan om voldoende tegemoet te komen aan de behoefte aan bijscholing van medewerkers.
Theater
In het onderzoek komt verder de Veder Methode aan bod. Deze is ontwikkeld door het Amsterdamse Theater Veder en betreft een persoonsgerichte manier van communiceren met mensen met dementie, waarbij gebruik wordt gemaakt van theater, muziek en poëzie. Deze theatrale elementen worden gecombineerd met in de dementiezorg veelgebruikte communicatietechnieken als reminiscentie, Neuro-Linguïstisch Programmeren en Validation.
Uit het onderzoek blijkt dat huiskamervoorstellingen volgens de Veder Methode meerwaarde hebben voor mensen met dementie in het verpleeghuis. Huiskamervoorstellingen door acteurs hadden namelijk een positiever effect op het sociaal functioneren van mensen met dementie dan reguliere gespreksgroepen. Zorgverleners zeiden elementen van de voorstelling goed te kunnen gebruiken tijdens de dagelijkse zorg voor mensen met dementie; bijvoorbeeld het zingen van een herkenbaar lied tijdens de maaltijd.
“Cruciaal voor de succesvolle invoering van beide methoden zijn basiskennis van zorgverleners over dementie, een planmatige aanpak en management dat in de noodzakelijke randvoorwaarden voorziet”, volgens Van Haeften-van Dijk. In de praktijk blijkt niet altijd aan deze voorwaarden te worden voldaan, bijvoorbeeld omdat zorgverleners geen bijscholing hebben gekregen. Ook is er vaak sprake van een te hoge werkdruk en veel wisselingen van het management.
Kwaliteit van leven
De onderzoeker beveelt beleidsmakers aan om te blijven investeren in onderzoek naar psychosociale interventies die de sociale participatie en kwaliteit van leven van mensen met dementie en hun mantelzorgers bevorderen. Daarnaast adviseert zij om te waarborgen dat dagcentra en ondersteuning voor mensen met dementie en hun mantelzorgers van voldoende kwaliteit zijn en toegankelijk blijven voor alle thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers. Ook moet er meer geïnvesteerd worden in goed opgeleid en vaardig personeel in dagcentra en verpleeghuizen.