Beeld: Shawn Hempel / stock.adobe.com
De sluiting en concentratieplannen van acute zorg in Zutphen, Heerlen en Zoetermeer doen veel stof opwaaien. Burgers en gemeenten spreken zich fel uit via petities, protesten en de media en eisen inspraak. Begin maart nam een grote Kamermeerderheid een motie aan die instemmingsrecht van burgers en de gemeenteraad bij sluiting van SEH’s bepleit.
Huidige borging
Volgens Dijkstra is het de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis om over de geboden zorg te beslissen en op welke locatie dat gebeurt. “Daarnaast is het van groot belang dat belanghebbenden worden betrokken bij wijzigingen in het aanbod van ziekenhuiszorg.” Op basis van een juridische verkenning concludeert Dijkstra dat via de Wkkgz, Wmcz, Wmg, Wor, Zvw en andere zeggenschapsbewegingen ‘al het nodige is geregeld’ om gemeenten, personeel en patiënten bij sluitings- en fusiebesluiten te betrekken.
Wetten op de schop
De introductie van instemmingsrecht vergt extra wetswijzigingen en is volgens Dijkstra juridisch onhaalbaar. “Bepaald zal moeten worden hoeveel tijd gemeenten, personeel en patiënten hebben om te beslissen, of ze al dan niet instemmen en in welke gevallen van dringende spoed er uitzonderingen zijn op dit instemmingsrecht.” Ook de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) acute zorg zal aangepast moeten worden. “Met betrekking tot een instemmingsrecht voor gemeenten moet worden bepaald wie precies instemmingsrecht heeft.” Voor personeel zou een aanpassing van de Wkkgz vereist zijn. “Want dat geeft nu de wel de mogelijkheid om invloed uit te oefenen, maar geen instemmingsrecht.”
Indien het instemmingsrecht voor patiënten via de cliëntenraden verloopt, moeten de fusiebepalingen in de Wmcz 2018 op de schop. De zorgspecifieke fusietoets van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met betrekking tot continuïteit van zorg bij wijzigingen in het zorglandschap wordt wel verruimd. “Deze wijziging voorziet echter niet in een instemmingsrecht voor gemeenten, personeel en patiënten bij fusies. Daarvoor is een verdergaande wijziging van de Wmg nodig.”
Instemmingsrecht raakt volgens Dijkstra de fundamentele vrijheid van ondernemen en het eigendomsrecht van zorgaanbieders en kan maatschappelijke voordelen in de weg staan. Zij wijst erop dat onthouding van goedkeuring van de concentratie door een rechter als disproportioneel kan worden aangemerkt en in dat geval geen stand zal houden.
Bekostiging
Het tegenhouden van een fusie of sluiting heeft ook vergaande gevolgen voor de bedrijfsvoering van ziekenhuizen. “Zorg die op een bepaalde locatie beschikbaar moet blijven (…) zal bekostigd moeten worden.” Hoewel aanvullende bekostiging vanuit de overheid bij financiële problemen een oplossing kan zijn, is dat instrument niet bedoeld voor de bekostiging van zorg waarvan de gemeente of patiënten willen dat deze beschikbaar blijft. Als alternatief noemt Dijkstra dat zorgverzekeraars verplicht worden deze zorg te contracteren en te financieren. “Dit vergt aanpassing van de Zvw. Ook is denkbaar dat gemeenten een rol nemen in de financiering van de zorg die zij willen behouden. Als dit een wettelijke rol wordt, zal ook daarop de Zvw moeten worden aangepast.”
Uitholling kwaliteit
Het openhouden van afdelingen mag volgens Dijkstra nooit ten koste gaan van de kwaliteit of de veiligheid van de zorg. “Als de zorgaanbieder zorg moet leveren omdat er geen instemming is om een afdeling te sluiten, kan dat betekenen dat de kwaliteit van de zorg onder de maat is en dat dat verstrekkende gevolgen heeft voor patiënten.” Omdat de Wkkgz niet nageleefd kan worden, zal die moeten worden aangepast. “In hoeverre kunnen patiënten klagen over de zorg, als het ziekenhuis geen goede zorg kán leveren en het tegelijkertijd niet mág sluiten? Uitvoering van de motie zal dus betekenen dat een uitzondering op de verplichting om goede zorg te verlenen moet worden gecreëerd of dat de professionele standaard moet worden verlaagd.”
Een andere kritieke factor is de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel. “Als zorgverleners geen goede kwaliteit van zorg kunnen bieden omdat ze te weinig capaciteit hebben, zullen ze wellicht een andere werkgever zoeken.” Angst om tuchtrechtelijk aangesproken te worden kan daarbij een rol spelen. “Door het vertrek van zorgverleners zal de kwaliteit verder verslechteren.” Ook met het oog op de zorgplicht van zorgverzekeraars zijn er grenzen aan wat haalbaar is. “Het voldoen aan de zorgplicht op de ene locatie kan niet onbegrensd ten koste gaan van de zorgplicht op andere plekken en voor andere verzekerden.” Bovendien legt instemmingsrecht een onevenredige verantwoordelijkheid voor de besluitvorming bij gemeenten. “Zonder dat zij de verantwoordelijkheid dragen voor de consequenties op het gebied van veilige patiëntenzorg, goed werkgeverschap, continuïteit van de bedrijfsvoering of de zorgplicht. Zulk instemmingsrecht maakt het voor zorgaanbieders onmogelijk om hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg waar te maken.”
Alternatief
Dijkstra vreest verder voor bergen aan extra administratie voor zorgaanbieders en hinder bij regiosamenwerking. “De oplossing moet juist komen van een constructieve dialoog tussen alle partijen in de regio, waarbij gezocht wordt naar oplossingen die passen bij de regionale context en uitdagingen.” De minister erkent dat de consultatie van ziekenhuizen met de plaatselijke bevolking momenteel nog in de kinderschoenen staat. Daarom werkt zij aan een handreiking, waarvan het concept inmiddels met de IZA-partijen besproken is. “Met de handreiking – die naar verwachting in het najaar gereedkomt – verwacht ik de betrokkenheid van gemeenten, personeel en patiënten bij wijzigingen in het aanbod van acute zorg verder te verbeteren. Het is aan een nieuw kabinet om te beslissen over het al dan niet creëren van het in de motie gevraagde instemmingsrecht.”
De Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) ondersteunt de reactie van de minister. “Ook gaan we aan de slag met de aanbeveling om verder te werken aan de handreiking om de samenwerking in de regio verder te versterken. En hiermee ondersteunend te zijn aan het proces van herinrichting van onder meer de acute zorg”, reageert de NVZ.