© Robert Kneschke / stock.adobe.com
Demissionair minister van Medische Zorg Pia Dijkstra heeft dat in werking gezet. Een motie en een Kamervraag zijn aanleiding voor de minister om de acties in gang te zetten. Dijkstra wijst ook op de grote verschillen tussen zorgaanbieders in incontinentiepercentages (verschillen tussen de 20 en 84 procent) na een prostaatverwijdering bij prostaatkanker. Zij vindt deze verschillen ‘schokkend’. Omdat dit onderzoek gebaseerd is op declaratiedata wil Dijkstra onderzoeken hoe declaratiedata patiënten kunnen helpen bij het maken van een keuze tussen zorgaanbieders en bij het opstellen van nieuwe uitkomstindicatoren.
Evaluatie
Een andere actie die de minister in gang zet om tot een verbeterslag te komen, is een evaluatie van het proces om te komen tot nieuwe en relevante indicatoren als onderdeel van kwaliteitsregistraties. Dat wil Dijkstra samen met de medisch specialistische partijen en Zorginstituut Nederland doen. Het is nu onduidelijk hoeveel van de informatie vanuit kwaliteitsregistraties omgezet kan worden in keuze-informatie voor de patiënt.
Getouwtrek
Uit een inventarisatie van Zorgvisie blijkt dat er de afgelopen jaren nauwelijks vooruitgang is geboekt op dit gebied. Bronnen die betrokken zijn bij de gesprekken spreken van jarenlang getouwtrek over het wel of niet openbaar maken van indicatoren tussen de partijen die eigenaar zijn van de data, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra enerzijds en de patiënten anderzijds.
Lees op Zorgvisie: Transparantie over kwaliteit medisch-specialistische zorg staat zo goed als stil
Mogelijkheden
De minister ziet bij de aandoeningen waarvoor al een goede kwaliteitsregistratie bestaat mogelijkheden om te vragen welke stappen medisch specialisten zouden willen zetten om relevante kwaliteitsinformatie openbaar, vindbaar en begrijpelijk te maken. “Ik vind dat informatie die wel beschikbaar is, niet alleen toegankelijk en begrijpelijk moet zijn voor zorgprofessionals en voor samen beslissen, maar ook toegankelijk en begrijpelijk moet zijn voor patiënten voor een keuze voor een zorgaanbieder”, aldus de minister.
Andere rol overheid
Ook laat Dijkstra ‘verkennen’ of de overheid een andere rol moet krijgen in het transparant maken van kwaliteitsinformatie. Het Zorginstituut zou een regierol kunnen krijgen door samen met de wetenschappelijke verenigingen, de zorgaanbieders en de Patiëntenfederatie transparante data te duiden en leesbaar te maken voor de patiënt. Dat gebeurt volgens de minister al deels op ziekenhuischeck.nl en zorgkaartnederland.nl, maar de informatie van Zorginzicht, nu een ondoorgrondelijk excel-bestand, zou ook inzichtelijk en begrijpelijk voor de patiënt gemaakt kunnen worden.
Uitkomsten en bekostiging
De minister wijst ook op het onderzoek van de NZa naar de informatieverstrekking van zorgverzekeraars en zorgaanbieders aan verzekerden en patiënten. Ook verkent de NZa de mogelijkheden om verzekerden en patiënten meer inzicht te geven in praktijkvariatie. In het advies over de bekostiging van acute zorg heeft de NZa aangegeven dat het meten en evalueren van uitkomsten van behandelingen integraal onderdeel kunnen zijn van de invoering van een beschikbaarheidsbekostiging voor de spoedzorg. Het is overigens nu al mogelijk om daar afspraken over te maken, blijkt uit de bundelbekostiging van de hand- en polszorg.
Proces moet beter
Dijkstra wil inzetten op ‘registratie aan de bron’ om verdere administratiedruk te voorkomen. Ze begrijpt dat het proces om tot afspraken te komen over welke informatie relevant is en transparant gemaakt moet worden tijd kost omdat partijen het met elkaar eens moeten worden. Ze stelt ook dat binnen de medisch specialistische zorg ‘al jarenlang flink ingezet’ wordt op het vergroten van begrijpelijke keuze-informatie over de kwaliteit van de zorg voor de patiënt. Toch stelt ze: “dit proces kan en moet nog beter.”
Frank Conijn
Declaratiedata zijn alleen betrouwbaar als het gaat om herbehandeling. En dan nog maar gedeeltelijk, want als een patiënt naar een andere zorgaanbieder gaat kan de eerste zorgaanbieder toch slecht werk hebben geleverd zonder herbehandeling.
.
Een goed kwaliteitsassessment meet het pathologieverloop en de patiënttevredenheid, als dat mogelijk en werkbaar is, en zet die af tegen de gedeclareerde kosten. (En dan worden veel structuur en -procesindicatoren met hun zware administratieve belasting overbodig.)
.
Een uitgewerkt systeem daarvoor, dat middels automatisering de administratieve belasting per saldo flink verlaagt, is voorhanden op https://gezondezorg.org/assessmentwerkwijze.
Fons Berson
Diverse KPO. (kanker patiënten organisaties) zijn via hun koepel FNK actief om het gezamenlijk beslisproces [arts-patient] , en ook transparantie bij keuze van zorgverleners [kwaliteit ,PROMs] te verbeteren. Aansluiten van ziektekostenverzekeraars hierin zal dit zeker versnellen.