In totaal stelt VWS bijna 33 miljard euro (32,89) beschikbaar voor de zorg die wordt bekostigd vanuit de Wet langdurige zorg. Dat is bijna 3 miljard (2,928) meer dan in 2022. Ongeveer de helft hiervan is een stuk groei die de demografische ontwikkelingen volgt (zoals vergrijzing). De andere helft (zo’n 418 miljoen) is groeiruimte die Helder als ‘boven demografie’ benoemt. Het verwachte zorggebruik neemt sneller toe dan de demografische ontwikkelingen, verklaart de minister. Hieronder een aantal opvallende uitgaven en besparingen.
Duurzaam vastgoed
Van de groeiruimte boven demografie is 4 miljoen euro bestemd voor investeringen in duurzaam vastgoed, schrijft de minister. “De NZa heeft dit bedrag verwerkt in de tarieven voor de normatieve huisvestingscomponent. Doel is om aan te sluiten bij de geleidelijke aanpassing van de gebouwenvoorraad aan recente regelgeving in het bouwbesluit voor isolatie en de vervolgstappen die in het verschiet liggen. Vanaf 2023 zullen zorgkantoren toezien op de benodigde verduurzaming van vastgoed.”
Nog meer ggz-cliënten in de Wlz
Het ministerie heeft de instroom van ggz-cliënten in de Wlz sterk onderschat. Het afgelopen jaar moest de minister hiervoor 245 miljoen euro bij het budget doen. Komend jaar komt daar nog eens 173 miljoen structureel bij. “De NZa heeft in haar julibrief aangegeven dat er in 2023 rekening moet worden gehouden met overloopeffecten van cliënten met een ggz-wonenindicatie die geleidelijk na 1 januari 2022 zijn ingestroomd. Deze cliënten maken in 2022 slechts gedurende een deel van het jaar gebruik van Wlz-zorg, maar zullen hier in 2023 gedurende het gehele jaar aanspraak op kunnen maken. Daarmee zal het budgettaire beslag van deze groep cliënten in 2023 dus ook navenant groter zijn”, legt de minister uit.
Salarissen
De minister houdt ook rekening met hogere salarissen voor het zorgpersoneel. Dat kost bijna 2 miljard euro en moet via de tarieven van zorgaanbieders bij het personeel terechtkomen. De minister vraagt de NZa om de tarieven te verhogen. “Ik benadruk dat het hierbij gaat om een eenmalig verzoek samenhangend met de uitzonderlijke inflatie. In de inkoopafspraken tussen zorgkantoor en zorgaanbieder worden tariefpercentages opgenomen ten opzichte van de maximumtarieven van de NZa. Op grond hiervan zullen de hogere maximumtarieven van de NZa vanzelf leiden tot een hogere prijsafspraak in euro’s voor de zorgaanbieders. Dit biedt de gewenste extra financiële ruimte bij de zorgaanbieders om de opgelopen inflatie het hoofd te bieden.”
Valpreventie
De minister tekent ook besparingen op. Zo investeert het kabinet in valpreventie bij 65-plussers. Dit moet een besparing van 20 miljoen euro opleveren. Immers: “Dit leidt tot minder incidenten en daarmee een lagere instroom in de Wlz.”
Wonen en zorg
VWS verwacht ook dat het langer thuis wonen van ouderen een besparing zal opleveren, en wel van 43 miljoen euro. “Zorgkantoren gaan bij de inkoop sturen op extramurale leveringsvormen (vpt, mpt of pgb) zodat ouderen langer thuis kunnen wonen en in hun eigen omgeving oud kunnen worden. Omdat extramurale zorg tot minder Wlz-uitgaven leidt ten opzichte van verblijfszorg, leidt dit tot een besparing op de totale Wlz-uitgaven”, aldus minister Helder.
De minister wil eigenlijk helemaal geen verpleeghuizen meer bijbouwen. Een deel van de bouwplannen is al in zo’n vergevorderd stadium, dat de minister die wel wil laten afmaken. Het gaat hierbij om ongeveer 4800 geplande uitbreidingsplaatsen. In 2023 gaat het om 1400 plekken. Daarvoor stelt de minister in 2023 18 miljoen euro beschikbaar.