492107546
De grootste abortuskliniek in Nederland CASA is de afgelopen maand langs de rand van de afgrond gegaan. Begin augustus werd de overkoepelende stichting failliet verklaard, maar volgens curator Marc Udink heeft de keten een succesvolle doorstart gemaakt. Onderzocht wordt of de voormalige top bestuurlijk aansprakelijk gesteld kan worden voor miljoenen euro’s aan mogelijk onrechtmatige productie.
“Te veel mensen en te veel kosten”, dat is volgens Udink in een notendop de reden voor het faillissement op 8 augustus. Bij de zeven over Nederland verspreide CASA-klinieken werkten circa 150 mensen. “Er zat 30 procent verborgen werkloosheid in het werknemersbestand”, aldus Udink.
Deze verborgen kosten hadden onder meer betrekking op het bedrijfsonderdeel Casa Medical. Deze tak richtte zich op medische verrichtingen als baarmoederhalsonderzoek, sterilisaties en onderzoek bij voortplantingsproblemen. Doordat Casa Medical niet rendeerde, draaiden de zeven abortusklinieken op voor de personeels- en overheadkosten zonder dat hier opbrengsten tegenover stonden.
Ook had CASA volgens Udink de bedrijfsvoering in de abortusklinieken niet op orde. “Achter de voordeur was sprake van processen die ouderwets waren en dat is zacht uitgedrukt”, zegt Udink. Een voorbeeld is de door CASA gehanteerde procedure voor anesthesie. Al in 2013 waren er meldingen bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over onjuist declareren van anesthesie.
Aansprakelijkheid
Twijfel over de rechtmatigheid van de productie is uiteindelijk de laatste zet geweest die tot het faillissement van CASA heeft geleid. Volgens insiders beloopt de onrechtmatige productie meer dan 7 miljoen euro. Udink beaamt dat het om een claim van ettelijke miljoenen ging, waaraan CASA als organisatie met een jaaromzet van zo’n 12 miljoen euro onmogelijk kon voldoen. “Ik begrijp heel goed dat de NZa zich daar druk over maakt, dus de doorstart heeft de productieprocessen NZa-proof ingericht.”
Udink onderstreept dat een eventuele terugbetalingsverplichting niet over kan gaan op het nieuwe CASA. Als curator wil hij wel onderzoeken of de vorige bestuurders, inclusief de raad van toezicht, hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden.
‘Ontrafelen’
Pikant detail: blijkens het laatste gepubliceerde jaarverslag over 2015 kreeg scheidend bestuursvoorzitter Bert van Herk, die in juli van dat jaar opstapte, bovenop een beloning van bijna 160 duizend euro een vertrekpremie van zo’n 230 duizend euro plus een bonus van 75.000 euro.
In datzelfde jaarverslag wordt in omfloerste termen over problemen binnen organisatie geschreven. Zo worden er plannen gemaakt voor “het ontrafelen van management- en sturingsinformatie om de klinieken van CASA in te gaan richten als resultaatverantwoordelijke eenheden”. Ook nopen het geleidelijk dalen van de tarieven “tot kritisch sturen op de balans tussen kosten en opbrengsten naar de toekomst toe”. Tekenend voor de penibele financiële situatie is dat er nog steeds geen jaarverslag over 2016 is gedeponeerd.
Patiëntveiligheid
Volgens Udink is de continuïteit van de zorg nooit in het geding geweest. Over deze vaststelling bestaan bij de overige negen concurrerende abortusklinieken twijfels. “Wij draaien dubbele diensten, omdat vrouwen die een afspraak hadden bij CASA werden afgebeld of voor een gesloten deur kwamen te staan”, zegt abortusarts Frans Bocken van het Vrelinghuis in Utrecht. “Zelfs de dagen waarop we normaal gesproken lege plekken hebben, zijn nu vol.”
“Er was bij CASA enige tijd sprake van een wachtlijst”, verklaart Udink. “Daarbij zorgden de financiële problemen voor arbeidsonrust en ziekmeldingen. Dat leverde weer roosterproblemen op, dus niet iedereen kon op tijd geholpen worden. CASA doet bijna de helft van alle abortussen in Nederland. Dus dat zijn effecten die bij de buren te merken zijn.”
“Ik maak me zorgen om de patiëntveiligheid”, zegt Bocken. “Financiële problemen van een aanbieder zouden nooit ten koste van de patiënt mogen gaan. We doen een appel op VWS om er voor te zorgen dat partijen helder communiceren, zodat we hier geen vrouwen krijgen die bijna te laat zijn voor een abortus.”