Douwe Biesma, bestuursvoorzitter LUMC. Foto: Paul Tolenaar
Na negen jaar bestuursvoorzitterschap in een topklinisch ziekenhuis van naam (St Antonius ziekenhuis) vindt Douwe Biesma een umc een logische vervolgstap. “Ik ben van de inhoud. Dat past bij een umc. Leidinggeven aan de NS of Schiphol zou misschien kunnen, maar mijn hart ligt in de zorg. De complexiteit van de kerntaken opleiding, onderzoek en zorg is waanzinnig boeiend. Ze strijden om aandacht en er is kruisbestuiving. Het LUMC doet relatief veel onderzoek. Als kennisorganisatie slaan we een brug tussen innovatie en de praktijk. Als vernieuwingen als immunotherapie effectief zijn, maken wij ze rijp voor brede toepassing in algemene ziekenhuizen.”
Ondernemerschap umc’s
“Het echte ondernemerschap zit bij umc’s”, stelt Biesma. “Algemene ziekenhuizen zijn goed in het optimaliseren van processen, zodat je vijf complexe operaties op een dag kunt doen in plaats van vier. Maar de echte innovatie komt van umc’s. De buitenwereld heeft hooggespannen verwachtingen van nieuwe behandelingen en operaties. Maar je kunt umc’s niet afrekenen op gegarandeerd succes. Neem nu de regeneratieve geneeskunde, waarbij we cellen kweken van organen. We weten nu nog niet of dat ooit effectief zal zijn.”
Protonentherapie
Ingebakken in het ondernemen zit het risico op falen. “Iedere ondernemer weet dat je bij innovaties vier tot vijf jaar aanloopverliezen hebt. Dat zien we bij de protonentherapie. Daar lijden we nu nog verlies op, maar dat wordt over één à twee jaar echt een succes.”
Concentratie van hoogcomplexe zorg
Waar algemene ziekenhuizen al veel complexe zorg hebben geconcentreerd, staan de umc’s nog aan de vooravond van concentratie van hoogcomplexe zorg. Als de gang van zaken rond kinderhartchirurgie een voorproefje is, staat de umc’s nog heel wat te wachten. Na het onverwachte besluit van oud-minister Hugo de Jonge van VWS rond Kerstmis 2021 gingen umc’s publiekelijk vrij worstelend over straat. Over dit specifieke dossier zwijgt Biesma tot de NZa in december haar impactanalyse presenteert.
The winner takes it all
Biesma gelooft bij concentratie van zorg niet in het principe van the winner takes it all. “Door de marktwerking zijn we zo enorm verziekt”, zegt Biesma. “We gaan armpje drukken tot een partij uitgeput op de grond ligt en de ander juicht. Maar bij een goede deal hebben alle partijen hoofdpijn.”
Strategische samenwerking
Het eenvoudigste scenario voor concentratie is als een ziekenhuis en de betrokken specialisten zorg vrijwillig afstoten. Dan zijn enkel nog afspraken over omzetverlies nodig. Als een ziekenhuis wel, maar de specialist zorg niet wil afstoten, valt te denken aan een deelaanstelling in het andere ziekenhuis dat de zorg krijgt. Complex wordt het als ziekenhuizen zorg niet kwijt willen. Dan is volgens Biesma het principe ‘botje bij botje leggen’ een alternatief. Twee of drie ziekenhuizen bundelen hun expertise in een aparte onderneming met een eigen strategie en een eigen begroting. Het is een samenwerking zoals LUMC, Erasmus MC en de TU Delft hebben in het protonencentrum Holland PC. De samenwerkingspartners zijn aandeelhouder in het bedrijf. “Dit model doet recht aan de belangen van alle betrokken partijen.”
Concentratie academische zorg
Verdere concentratie van academische zorg is volgens Biesma onvermijdelijk. Biesma voorziet de vorming van twee of drie regionale netwerken rond specifieke aandoeningen. Denk aan netwerken rond gastro-enterologische tumoren of gespecialiseerde urologische en gynaecologische aandoeningen. “Het is ondenkbaar dat alle umc’s alles blijven doen. Bij het overleg over een integraal zorgakkoord is gesproken over verdere concentratie van slokdarmkanker naar twee of drie centra die een paar honderd operaties doen. Als dat landelijk de trend is, vind ik regionale ‘kruimel-discussies’ wel irritant. Dat een regionaal topklinisch ziekenhuis, dat net de norm van twintig operaties haalt, krampachtig vasthoudt aan hun kleine gouden eitjes, dat kan er bij mij niet in.”
Financieel zwaar weer
Het LUMC verkeert in financieel zwaar weer. Het ziekenhuis moet in drie jaar 54 miljoen euro bezuinigen. “Toen we de bezuinigingen begin 2021 aankondigden, kwam dat hard aan. Iedereen had alles gegeven in de corona-crisis en dan krijg je zo’n boodschap. Het is begrijpelijk dat er aanvankelijk weerstand was. Maar die maakte in september 2021 plaats voor acceptatie en realisme. Mensen hebben de mouwen opgestroopt. Onze overhead is circa 6 procent hoger dan elders, dus alle afdelingen moeten ruim 6 procent inleveren.”
Bezuinigingen
Het LUMC grijpt de bezuinigingen ook aan om het geld anders te verdelen tussen de afdelingen. “We stappen af van historische budgetten. Die hadden hier en daar geleid tot een scheve verdeling. We gaan afdelingen financieren voor hun output op het gebied van zorg, opleiding en onderzoek. De begrotingen bewegen dan mee met hun output. Dat maakt ons wendbaarder.”
Of het LUMC de bezuinigingen gaat versnellen of vasthoudt aan het uitsmeren over drie jaar, is nog geen uitgemaakte zaak. “We zijn halverwege en liggen op koers. Het voordeel van snel door de zure appel heen bijten is dat je meer bestuurlijke ruimte hebt om je te richten op de toekomst. Die zit vol onzekerheden. Wie had een jaar geleden de oorlog in de Oekraïne en de torenhoge inflatie voorzien? Als je een nieuw energiecontract moet afsluiten, zoals het UMCG onlangs, kun je zo de rode cijfers induiken. In die zin wil je de bezuinigingen snel achter je laten. Daar staat tegenover dat we dan ook meer gedwongen afscheid zullen moeten nemen van mensen. Terwijl we bij een termijn van drie jaar het grootste deel met natuurlijk verloop kunnen opvangen. Ik zit genuanceerd in die discussie.”
Fusie onvermijdelijk?
Maar het LUMC heeft nog meer tegenwind. Het dreigt de kinderhartchirurgie te verliezen en ligt met de Haagse topklinische ziekenhuizen in de clinch over de traumazorg. Is er nog wel plek voor een zelfstandig LUMC? Ligt een fusie met het grotere Rotterdam niet meer voor de hand? Het is een publiek geheim dat voormalig Erasmus MC-topman Ernst Kuipers een fusie nastreefde met het LUMC, toen AMC en VUmc fuseerden. Vanuit zijn werkkamer op veertien hoog in Rotterdam kon hij het LUMC, een van de kleinste umc’s, in Leiden zien liggen.
Eén landlijk umc
“We zijn niet zieltogend. We hebben geen fusie nodig om te overleven”, reageert Biesma. “Door innovatie groeit onze portfolio de komende twee jaar met 10 procent. We streven geen exclusieve relatie na met één umc. Ik geloof heilig in netwerken van twee of drie umc’s op onderdelen van zorg waar concentratie nodig is. Het Erasmus MC is niet volledig complementair aan het LUMC. We moeten toe naar allianties, waar het voor alle partijen een kwestie van geven en nemen is. Het meest creatieve model van academische samenwerking heb ik circa tien jaar geleden trouwens uit de mond van Louise Gunning (oud-voorzitter AMC) gehoord. Zij stelde voor om alle umc’s te fuseren in één landelijk umc. Dan kun je zorg veel makkelijker concentreren en spreiden.”
Het hele interview met Douwe Biesma staat in de Skipr Quarterly.