Doven en slechthorenden lopen tegen zoveel problemen in de zorg aan dat ze een slechtere gezondheid hebben dan mensen zonder gehoorproblemen. Hun problemen zijn vergelijkbaar met die van etnische minderheidsgroepen. Dat concludeert Anika Smeijers, die dinsdag op haar bevindingen promoveerde, meldt het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
“Het viel me op dat artsen denken dat de communicatie met dove of slechthorende patiënten prima verloopt: ‘Ze kunnen liplezen en anders schrijf ik het toch op?’ Doven en slechthorenden zijn het daar totaal niet mee eens. Veel dove mensen gaven aan dat met artsen niet te communiceren valt”, aldus de promovenda.
Minder basiskennis
De doven en slechthorenden hebben volgens haar niet alleen communicatieproblemen, maar vaak ook minder basiskennis over ziekten en lichaam, doordat ze dergelijke informatie niet oppikken uit dagelijkse gesprekken.
Smeijers stelt een landelijk expertisecentrum voor dat kennis deelt en zorgverleners met kennis over doven en slechthorenden in contact brengt met patiënten die vastlopen in de medische hulpverlening. (ANP)